Vijf jaar geleden hebben wij eerstelijns zorgaanbieders, waaronder huisartsen en fysiotherapeuten, voorgehouden dat samenwerking, verregaande krachtenbundeling mogelijk is zónder dat sprake behoeft te zijn van strijd met het kartelverbod (artikel 6 van de Mededingingswet). Op 19 september 2015 heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) bevestigd dat die eerstelijns zorgaanbieders àlle ruimte hebben om met elkaar te werken aan verbetering van de zorg. Zie het document: Uitgangspunten toezicht ACM op zorgaanbieders in de eerste lijn.

Koudwatervrees ongegrond

Onder eerstelijns zorgaanbieders bestaat grote angst en terughoudendheid om samen te werken. De angst is, menigmaal aangewakkerd door zorgverzekeraars, geconfronteerd te worden met hoge boetes van de ACM en/of de NZa. Samenwerking in de eerstelijns zorg kan echter leiden tot kwalitatief betere zorg en ook nog eens tegen lagere kosten. Voor de patiënt, de zorgverzekeraar en de zorgverlener een win, win, win situatie derhalve.

Waarover overleggen?

Het moet gaan om zorginhoudelijk overleg tussen zorgaanbieders, om gezamenlijke ontwikkeling van zorgplannen (geprotocolleerde zorg) en het al dan niet betrekken van zorgverzekeraars in dergelijke samenwerkingsstructuren. Specialisatie van kennis en expertise en centrering van patiënten is ook mogelijk. De ACM trekt een grens daar waar het bijvoorbeeld gaat om gebiedsbescherming en prijsafspraken.

Eerst waarschuwen; eerst geel en pas later mogelijk rood

De ACM gaat zich terughoudend(er) opstellen. De ACM vertrouwt erop dat partijen elkaar scherp houden. Zolang zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars er gezamenlijk uitkomen, ziet de ACM geen reden om op te treden. Wanneer de ACM desondanks signalen ontvangt van een nadelige samenwerking zal zij niet direct overgaan tot het opleggen van een boete. Partijen zullen eerst ertoe worden aangezet de gemaakte samenwerkingsafspraken aan te passen.

Sowieso uitgezonderd

Het komt in de praktijk regelmatig voor (vooral bij huisartsenpraktijken) dat kleine maatschappen onder één dak samenwerken. Onder andere voor dergelijke samenwerkingsverbanden wordt op het kartelverbod een uitzondering gemaakt; de bagatelbepaling. In dergelijke gevallen geldt het kartelverbod überhaupt niet. De bagatelregeling is van toepassing ten aanzien van afspraken tussen ondernemingen die van ‘ondergeschikte betekenis’ zijn. Hiervan is sprake bij maximaal 8 ondernemingen die gezamenlijk een jaaromzet van maximaal € 1,1 miljoen vertegenwoordigen.

Meer informatie?

Wij weten wat mag en kan, dus neem gerust contact met ons op.

Mede auteur: mr. A.H. (Alexander) Klein Hofmeijer. Niet meer werkzaam bij RWV Advocaten sinds 1 september 2017