Er is een eind gekomen aan de onduidelijkheid omtrent de civielrechtelijke procesregels in hoger beroep. Vanaf 1 september 2016 geldt er namelijk een nieuw landelijk procesreglement die van toepassing is op alle vier de gerechtshoven. In het reglement staat omschreven hoe een rechtszaak wordt behandeld door de gerechtshoven. De nieuwe regels moeten er onder meer toe leiden dat het gerechtshof op korter termijn uitspraak kan doen.

Duidelijkheid omtrent civiele procesregels

Vanaf 1 januari 2013 bestonden er voor de vier gerechtshoven verschillende civielrechtelijke procesregels voor hoger beroep. Zo was er een algemeen procesreglement dat werd gehanteerd door de Gerechtshoven Arnhem-Leeuwarden en Den Haag. Bij Gerechtshoven Amsterdam en ’s-Hertogenbosch liep een pilot met elk weer hun een eigen procesreglementen. In totaal bestonden er dus drie verschillende sets aan procesregels. Met de invoering van het nieuwe procesreglement vervallen de verschillende (pilot-)reglementen en wordt er weer gewerkt met één uniform landelijk procesreglement voor alle vier de gerechtshoven.

Modernisering van de rechtspraak

De Rechtspraak bereidt zich met de terugkeer naar landelijke uniformiteit voor op de invoering van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Het is de bedoeling dat het programma KEI de Rechtspraak gaat moderniseren. Zo moet het programma er in 2017 voor gaan zorgen dat de rechtspraak in Nederland aansluit bij de digitalisering van de samenleving en dat de procedures voor iedereen sneller en eenvoudiger verlopen.

Termijn waarop gerechtshof uitspraak doet wordt korter

De Rechtspraak verduidelijkt met de invoer van het nieuwe procesreglement niet enkel de procesregels, maar verkort ook de doorlooptijden van de civiele dagvaardingszaken. Om dit te bereiken geldt er onder andere een kortere termijn waarbinnen de proceshandelingen moeten worden verricht. Dit betekent bijvoorbeeld dat partijen vanaf heden zeer beperkt worden in hun mogelijkheid om uitstel te vragen bij het in het geding brengen van processtukken.

Zo geldt in bodemprocedures een termijn van zes weken, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om één keer ambtshalve vier weken uitstel te krijgen. En geldt voor kort gedingsprocedures een termijn van vier weken, met de mogelijkheid om één keer ambtshalve twee weken uitstel te krijgen.

Het uitstel wordt alleen verleend als partijen eenstemmig om uitstel hebben verzocht of als één van de partijen het uitstel heeft verzocht op grond van klemmende redenen. Het eerste verzoek wordt alleen goedgekeurd als het niet tot onredelijke vertraging van het geding leidt. Bij ieder daarop volgend eenstemmig verzoek dient schriftelijk te worden gemotiveerd waarom de zaak niet moet worden doorgehaald.

Wat betekent dit voor u?

Met de invoeringen van de landelijke regels in september zijn alle oude procesreglementen vervallen. Dit betekent dat de nieuwe procesregels gelden voor zowel de zaken die na, als ook de zaken die voor 1 september op een roldatum zijn ingeschreven. Het kan dus zijn dat u en uw advocaat snel in actie moeten komen, om zo te voorkomen dat het termijn waarbinnen u schriftelijke verweer kan voeren, verloopt. Ook is het mogelijk dat het gerechtshof in uw zaak sneller uitspraak zal doen dan verwacht.

Vraagt u zich af wat deze nieuwe procesregels precies voor uw procedure betekenen? Neem dan gerust contact met ons op.