U vraagt zich als verhuurder van woonruimte wellicht af of u, na de invoering van de Wet Doorstroming Huurmarkt per 1 juli 2016, nog mag verhuren voor onbepaalde tijd met een minimale beginhuurtermijn. En of huurders deze overeenkomst tussentijdse mogen opzeggen? Goede vraag! Ja zegt Minister Blok, u mag nog altijd een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met een minimum aanvangsduur afsluiten en nee, huurders kunnen deze niet tussentijds opzeggen.

Wet Doorstroming Huurmarkt

Met de invoering van de wet doorstroming huurmarkt is het mogelijk geworden om voor bepaalde tijd te verhuren, zonder dat aan de huurder opzegbescherming toekomt. De termijn voor zelfstandige woonruimte bedraagt maximaal 2 jaar en voor onzelfstandige woonruimte maximaal 5 jaar. Als u zo’n huurovereenkomst afsluit, mag de huurder de overeenkomst tussentijds opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.

Onzekere positie verhuurder door Wet Doorstroming Huurmarkt?

U sluit als verhuurder in de meeste gevallen een contract af voor onbepaalde tijd met een minimum aanvangsduur. Daarmee beperkt u de kosten van mutaties (tijdelijke leegstand en administratiekosten) zoveel mogelijk. Uw vrees en en die van vele andere (commerciële) verhuurders was dat dergelijke contracten, met de komst van de invoering van de Wet Doorstroming Huurmarkt, alsnog tussentijds door huurders konden worden beëindigd.

Verhuurders hebben behoefte aan duidelijkheid

Minister Blok geeft in december aan dat het nog steeds mogelijk is om een contract te sluiten voor onbepaalde tijd met een minimum aanvangsduur. Dergelijke contracten hebben niet tot gevolg dat een huurder tussentijds mag opzeggen.

Verder geeft hij duidelijk aan dat de Wet Doorstroming Huurmarkt duidelijk bedoeld is als aanvulling op de bestaande praktijk, net zoals ook uit de heersende literatuur blijkt.

Het staat u als verhuurder vrij om te kiezen voor:

  1. een huurcontract voor onbepaalde tijd, met een minimale aanvangshuurtermijn en met alle huurbescherming van dien of
  2. een huurcontract voor bepaalde tijd (maximaal 2 of 5 jaar), zonder opzegbescherming voor de huurder.

Alleen in het laatste geval heeft de huurder de mogelijkheid om de overeenkomst voor bepaalde tijd tussentijds te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.

Is de kous daarmee af?

Hoewel de minister duidelijk is, kan het zijn dat rechters toch anders oordelen. Ik sluit niet uit dat hierover toch nog zal worden geprocedeerd. Mogelijk zullen rechters deze vraag voorleggen aan de Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, om voor de praktijk duidelijkheid te krijgen over de wetsuitleg.

Naar mijn mening zal ook de Hoge Raad de bedoeling van de wetgever volgen. Maar het laatste woord is hier vast nog niet over gezegd.