Bron: KOV Magazine | jaargang 48 | nummer 3 | oktober 2017.

In het voorjaar werd ik gebeld door een cliënt die ik al een tijd niet meer had gesproken. Hij had een nieuwe baan gevonden in Dokkum, Friesland. Laat ik hem Kees noemen. Kees was als adjunct-directeur gaan werken in het bedrijf van (ook een verzonnen naam) Douwe.

Kees en Douwe kenden elkaar van de middelbare school. Ze waren elkaar op een feestje weer tegengekomen. Daaruit vloeide een eetafspraak met ook de beide echtgenotes voort. De vrouw van Douwe zei dat ze zich zorgen maakte om haar man, die al sinds jaar en dag bijna 24 uur per dag en 7 dagen per week met het bedrijf bezig was en daarmee zichzelf en zijn gezin dreigde te verliezen.

Lang verhaal kort: Kees was de aangewezen man om Douwe én zijn vrouw en kinderen te ontlasten. Douwe leek gelukkig met de komst van Kees als zijn rechterhand. Maar in de praktijk was hij niet in staat om te veranderen. Hij bleef zich met alles in de onderneming bezighouden. Hij luisterde niet naar de ideeën van Kees en draaide zelfs de kleinste praktische beslissingen van Kees weer terug.

Alles bleef dus bij het oude. De frustratie van Kees groeide. Hij sprak er over met Douwe, die zweeg of alleen bromde dat hij de baas was. Gaandeweg begon Douwe kritiek op Kees te uiten en vlak voordat Kees mij belde had Douwe gezegd dat het tussen hem en Kees niet werkte. Het dienstverband van de oude vrienden duurde toen nog maar vijf maanden......