Nu er geen gebruik meer kan worden gemaakt van de PAS-vrijstellingen, zoals ik in mijn artikel Stikstofcrisis, wat zijn de gevolgen uiteenzet, leg ik in dit deel van de reeks over de problematiek rondom de stikstof uit wat de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State zijn voor bestaande en nieuwe projecten.

PAS-vrijstellingen

De Wet natuurbescherming (Wnb) bevat in artikel 2.7(2) het EU verbod: ‘Het is verboden zonder vergunning projecten te realiseren die een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben’. Dit veronderstelt dat een concreet milieuonderzoek per project nodig is, tenzij vaststaat dat het project geen enkel effect heeft op een Natura 2000-gebied. 

Het PAS (Programma Aanpak Stikstof) bood echter vrijstellingen van dat verbod. Zo bevat het PAS een drempelwaarde van stikstofuitstoot (<0,05mol/h/jaar). Als de stikstofdepositie van projecten onder deze drempelwaarde bleef, werden ze volledig vrijgesteld van de verbodsbepaling. 

Boven de drempelwaarde bevat het PAS een grenswaarde (<1mol/h/jaar). Projecten met een stikstofuitstoot op een Natura 2000-gebied tussen de 0,05mol en 1mol waren vrijgesteld nadat het project werd gemeld. 

Voor projecten met een stikstofuitstoot boven 1 mol moet het PAS vergunningstelsel worden doorlopen. Echter vaak werden deze projecten vergund aan de hand van de depositieruimte die ontstond door de beheersmaatregelen (ook in het PAS geregeld).

Gevolgen stikstof-uitspraak

Nu het PAS-systeem onwettig is verklaard, kunnen projecten niet langer van de PAS-regels gebruikmaken. Dit betekent dat projecten die “een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren” vergund moeten worden. 

Alleen als wetenschappelijk vaststaat dat een project de gebiedswaarden niet kan verslechteren, hoeft de activiteit niet te worden vergund. Bijvoorbeeld omdat dat Natura 2000-gebied geen stikstofprobleem kent of omdat het project te klein of te ver weg is van een Natura 2000-gebied met een stikstofprobleem. 

Wat zijn de gevolgen voor nieuwe projecten?

Voor nieuwe projecten, waarvan niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat zij geen effect hebben op een Natura 2000-gebied, moeten een milieuvergunning worden aangevraagd. De PAS-vrijstellingen zijn niet langer voorhanden. Neem de N206 van Leiden naar Katwijk die binnenkort wordt verdubbeld. Deze eindigt op loopafstand van het Natura 2000-gebied ‘Meijendel & Berkheide’ (duingebied). Net zoals de te verrijzen woonwijk op het oude vliegveld van Valkenburg die afhankelijk is van deze N206. Van de bouwplannen voor de weg en de woonwijk zal dus moeten worden aangetoond dat er geen sprake is van een verslechtering van de stikstofconcentratie in de Wassenaarse en Katwijkse duinen. 

Wat zijn de gevolgen voor bestaande projecten

De gevolgen treffen niet alleen nieuwe projecten, ook (oude) bestaande projecten moeten alsnog op grond van de milieuwetgeving worden vergund. Want voor alle projecten, waarvan de stikstofuitstoot ónder de grenswaarden viel, is gebruik gemaakt van de PAS-vrijstelling en die is nu onwettig verklaard. Dus al die bestaande projecten, moeten alsnog worden vergund, anders zijn ze volgens de Wet Natuurbescherming verboden. 

Volgens de minister gaat het om 20.000 projecten in het land: van 16.500 projecten bleef de stikstofuitstoot onder de drempelwaarde (<0,05 mol). Van 3.500 gemelde projecten bleef de uitstoot onder de grenswaarde (<1 mol). 

Tenslotte sneuvelen ook de projecten met een stikstofuitstoot van > 1mol waarvoor de milieuvergunningprocedure werd doorlopen, maar waarbij in het vergunningentraject gebruik is gemaakt van de depositieruimte. Tenzij er in de vergunningverlening wel expliciet is gekeken naar de aantasting van een Natura 2000-gebied, zoals bij projecten van groot openbaar belang die gepaard gaan met compenserende maatregelen (de zogenaamde ‘ADC-toets’). Het aantal vergunde projecten dat geen passende beoordeling heeft gehad en dus ook aan nieuw milieuonderzoek onderworpen is, is onduidelijk.

Gebruik gemaakt van PAS-vrijstellingen? Wat nu?

Na de uitspraak van de Raad van State moeten projecten, waarvan de stikstofuitstoot effect heeft op een Natura 2000-gebied, opnieuw worden bekeken. 

Omdat vooral duingebieden te kampen hebben met een te hoog stikstofgehalte, hebben de kustgebieden veel last van de stikstofcrisis. Voor de projecten waarvoor er al onderzoek is gedaan naar de stikstofuitstoot en hoe dit zich verhoudt tot het Natura 2000-gebied verandert er niets. Zij hebben een geldige vergunning. 

Echter voor het overgrote merendeel van de projecten, die reeds zijn gestart of al zijn uitgevoerd, is gebruik gemaakt van de PAS-vrijstellingen. Voor die projecten zal een vergunningsprocedure moeten worden gestart. 

Heeft u een project met stikstof uitstotende activiteit? 

Als u een project heeft met een stikstof-uitstotende activiteit die invloed kan hebben op een Natura 2000-gebied, dan heeft u een probleem. Doorgaan betekent dat u handelt in strijd met artikel 2.7 Wnb. Maar stoppen betekent waarschijnlijk een financiële strop. Dus er is haast geboden. Bestaande projecten moeten alsnog worden onderzocht en vergund. Van nieuwe projecten moet worden aangetoond dat de activiteit niet tot toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden leidt. 

Meer weten over de problematiek rondom stikstof?

Heeft u een bouwproject dat stilligt of stil komt te liggen door de stikstofcrisis? Of wilt u weten wat de mogelijke effecten van de stikstofcrisis op uw project zijn? Neem gerust contact op mij of een van de overige bestuursrechtadvocaten van RWV.

Eerder verschenen artikelen over de stikstofcrisis

  1. Stikstofcrisis, wat is er eigenlijk aan de hand? 
  2. Stikstofcrisis, wat zijn de gevolgen?