Stikstofcrisis; is er een oplossing?
Op dinsdag 1 oktober reed een lange stoet met trekkers over het strand van Katwijk naar Den Haag door Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide. Eén van de reacties op het rapport “Niet alles kan” van het Adviescollege Stikstofproblematiek van 25 september 2019.
Vermindering van de veestapel en verlaging van de maximum snelheid liggen als korte termijn opties op tafel. De vraag is of dit de oplossing is om de projecten die zijn stilgelegd, weer op gang te krijgen.
Zoals in de vorige delen beschreven, is het probleem eigenlijk simpel. Nederland heeft Natura 2000-gebieden aangewezen, zoals de stikstofgevoelige duingebieden. Om de traditionele flora en fauna in de duinen te behouden moet de stikstofdepositie omlaag. Terwijl de landbouw, wegen en de industrie juist voor extra stikstofdepositie zorgen.
Experts onderzoeken hoe de natuurwaarden van de gebieden verbeterd kunnen worden, zodat weer gebruik kan worden gemaakt van de PAS-vrijstellingen en de depositieruimte, maar dat zijn lange termijn maatregelen. En het blijkt dat het helemaal niet zo eenvoudig is om in te grijpen in de natuur: als er aan een knop wordt gedraaid, dan heeft dat vaak onbedoelde neveneffecten. De gevolgen van de verbetermaatregelen, zodat de economische bedrijvigheid niet stopgezet hoeft te worden, zijn dus complex en verlopen trager dan verwacht.
Op de korte termijn kan verlaging van het stikstofdepositie alleen worden gehaald door het verlagen van de stikstofuitstoot. En dat is de reden dat alle bouwprojecten ‘on hold’ zijn gezet en dat veehouders geen vergunningen meer krijgen. En, zoals in deel drie van deze reeks beschreven (Stikstofcrisis, geen PAS-vrijstellingen meer, wat nu?), zal er onderzoek moet worden verricht naar bestaande projecten, nu deze achteraf ook zijn verboden. Geen enkel project in de buurt van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied lijkt op dit moment de dans te ontspringen.
Oplossingen op lange termijn
Het Adviescollege Stikstofproblematiek vindt het “verzinnen van een ‘juridische list’ onacceptabel”. Daarbij concludeert het adviescollege ook dat het onderzoek, dat gedaan moet worden om vast te stellen dat projecten ‘geen mogelijk significant effect’ hebben op een Natura 2000-gebied, complex is. Omdat elk Natura 2000-gebied anders is, moet de noodzakelijke emissiereductie per Natura 2000-gebied inzichtelijk worden. Dan is pas duidelijk welke activiteiten mogelijk zijn en kunnen nieuwe drempelwaarden worden opgenomen in het PAS (Programma Aanpak Stikstof). Het moge duidelijk zijn dat dit allemaal tijd vergt.
Oplossingen op korte termijn
Op korte termijn liggen veehouderijbedrijven en landbouwbedrijven in de buurt van Natura 2000-gebieden onder de provinciale loep. Deze bedrijven worden geacht de stikstofuitstoot te verlagen. De verwachting is dat voor het einde van het jaar duidelijkheid wordt gegeven over de voortzetting van de huidige activiteiten.
Verlaging van de maximum snelheid op de auto(snel)wegen in de buurt van Natura 2000-gebieden is een ander advies, zodat “de lasten evenredig worden gedragen” zoals het Adviescollege schrijft.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een nieuw vergunningensysteem. Op dit moment vragen de gemeenten voor alle vergunningaanvragen om een stikstofdepositieberekening. Daarvoor kan de zogenaamde Aerius Calculator worden gebruikt. Pas als uit de berekeningen blijkt dat de aangevraagde activiteiten geen negatief effect hebben op een Natura 2000-gebied, zal de omgevingsvergunning worden verleend.
Is dat negatieve effect er wel? Dan zal de provincie een ontheffing moeten afgeven. Daarbij zijn nieuwe beleidsregels gemaakt, maar op dit moment is een vergunning alleen mogelijk als u aantoont dat de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden niet verslechterd.
Stikstofdepositie is en blijft te hoog
Met al deze maatregelen wordt ervan uitgegaan dat er depositieruimte voorhanden is, dus dat de stikstof in de Natura 2000-gebieden verhoogd kán worden. Terwijl inmiddels vaststaat dat in heel veel Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie al veel te hoog is, en er dus geen ruimte is voor meer. Sterker nog, de stikstofbelasting zal in veel gebieden fors naar beneden moeten en er zal, volgens de Europese milieuregels, natuurherstel moeten plaatsvinden.
Juridische oplossing
De eerste juridische oplossing is te kiezen voor de natuur en dus de stikstof producerende activiteiten sterk te verminderen. De Natura 2000-gebieden krijgen dan de gelegenheid zich te herstellen, ten koste van de voortzetting (en uitbreiding) van de economische activiteiten.
Als deze keuze voor behoud van de Natura 2000-gebieden niet wordt genomen, dan blijven er twee mogelijkheden over: de regels overtreden of de regels aanpassen.
Het eerste betekent dat de milieuregels ter zijde worden geschoven ten behoeve van het algemeen (economisch) belang. Concreet zou dit kunnen betekenen dat alles wat nu gebeurt akkoord is en er een nieuwe (hogere) drempel wordt ingevoerd. De juridische gevechten die daarmee gepaard gaan, omdat daarmee de Europese milieuregels worden overtreden, gaan jaren duren. Dit is de “juridische list”.
De tweede mogelijkheid, namelijk de regels aanpassen, betekent het verwijderen van de Natura 2000-sticker van de stikstofgevoelige duingebieden. De duinen kunnen de functie van waterkering en waterzuivering vervullen zonder dat zij tevens als Natura 2000-gebied worden aangemerkt en door het Europese milieurecht worden beschermd. Als de duinen geen Natura 2000-gebied meer zijn, zijn activiteiten met een stikstofuitstoot op de duinen niet langer verboden. De activiteiten in onze omgeving kunnen dan ongestoord doorgang vinden.
Het is een keuze: stikstof-producerende activiteiten sterk verminderen, de juridische list toepassen zodat alles bij het oude blijft, of het afwaarderen van Natura 2000-gebieden. Hopelijk weten wij aan het einde van het jaar welke keuze de wetgever maakt.
Meer weten over de problematiek rondom stikstof?
Heeft u een bouwproject dat stilligt of stil komt te liggen door de stikstofcrisis? Of wilt u weten wat de mogelijke effecten van de stikstofcrisis op uw project zijn? Neem gerust contact op mij of een van de overige bestuursrechtadvocaten van RWV.