Stel, u koopt twee onroerende zaken. Enkele dagen later gaat de verkoper failliet. De curator vindt na faillissement een andere koper die bereid is meer te betalen voor deze zaken. De curator vernietigt hierop de verkoop. U staat met lege handen, maar is dat fair?

Wat vindt de voorzieningenrechter?

Een soortgelijke kwestie werd voorgelegd aan de voorzieningenrechter te Rotterdam. Een koper had twee onroerende zaken gekocht tegen een bedrag van € 850.000,00 en de curator verkocht het na faillissement voor € 935.000,00 aan een derde. De curator vernietigde de verkoop, stellende dat sprake is van benadeling van de schuldeisers en dat de wetenschap van deze benadeling volgt uit het feit dat onder de waarde verkocht is.

De koper brengt hier tegen in dat sprake is van prijsdrukkende omstandigheden:

  1. de bank welke een recht van hypotheek had, was het wachten moe en drong aan op een spoedige verkoop en
  2. de koper moest deze koop doen zonder dat zij een financieringsvoorbehoud mocht maken en zonder dat een onderzoek naar de bouwkundige staat van de panden mocht doen.

De rechter stelt de koper in het gelijk

De voorzieningenrechter volgt de koper in haar stellingen en stelt dat het prijsverschil - 9% - verklaard kan worden door de door de koper aangevoerde factoren. Hierbij neemt de rechter nadrukkelijk in aanmerking dat koper niet bekend was met het faillissement en het dus niet aannemelijk is dat er sprake is van een 'opzetje'. De rechter concludeert hiermee dat de koper geen wetenschap had van benadeling van de schuldeisers van verkoper bij het sluiten van de koopovereenkomst en er dus geen sprake is van een paulianeuze rechtshandeling.

Voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam 12 september 2013 (JOR 2013/325)

Meer informatie?

Heeft u vragen over bovenstaande kwestie of over faillissementen in het algemeen, neem gerust contact met mij op of een van de overige insolventierechtspecialisten.