Zoals u als alimentatieplichtige vast weet, eindigt uw verplichting tot het betalen van partneralimentatie als uw ex-partner opnieuw trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, dan wel samenwoont met een ander “als waren zij gehuwd”. Nu kunt u het bestaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap makkelijk bewijzen, echter bij een samenleving als waren zij gehuwd ligt dat moeilijker.

Einde partneralimentatie door samenleving als waren zij gehuwd

De rechtspraak is terughoudend met het beëindigen van een alimentatieverplichting wegens samenwonen. Een beëindiging betekent immers, anders dan een nihilstelling, dat uw ex-partner ook in de toekomst geen aanspraak meer op partneralimentatie kan doen. Een wijziging van omstandigheden, zoals het einde van de samenwoning, betekent dus niet dat uw ex-partner opnieuw bij u aan kan kloppen. Maar als de samenwoning eindigt, is de nieuwe partner van uw ex-partner (ook) niet alimentatieplichtig.

De rechtbank verwacht dan ook dat u met goede bewijzen komt dat uw ex-partner opnieuw samenwoont met een ander voordat u onder uw partneralimentatieverplichting uitkomt.

Vijf criteria om samenwonen te bewijzen

De Hoge Raad, de hoogste rechtsprekende instantie in ons land, heeft al in de jaren ’80 van de vorige eeuw vijf criteria geformuleerd, waaraan moet zijn voldaan voordat een dergelijk samenwonen wordt aangenomen en dus de partneralimentatieverplichting eindigt. Het betreft de volgende criteria:

  1. Een affectieve (/liefdes-)relatie
  2. Een duurzame relatie
  3. Samenwoning
  4. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding
  5. Het wederzijds verzorgen door de partners

De eerste twee criteria zullen vaak wel duidelijk zijn. Als men een relatie met elkaar heeft, dan weet de buitenwereld daar vaak wel vanaf en is meestal wel duidelijk dat er sprake is van een liefdesrelatie. Als de relatie al enige tijd duurt, dan zal de duurzaamheid van de relatie ook wel worden aangenomen.

Het probleem zit hem in de laatste drie criteria. Deze criteria moeten immers, als de onderhoudsgerechtigde deze betwist, bewezen worden door de alimentatieplichtige. En dat is nog niet zo eenvoudig. Zo blijkt ook uit een aantal recente uitspraken, waarbij u ook zult zien dat het niet altijd de vrouw is die de alimentatie krijgt en de man die betaalt.

Praktijkvoorbeeld: op basis van watergebruik samenwoning bewezen

De man stelde dat de vrouw samenwoonde met een nieuwe partner als waren zij gehuwd. Hij verzocht de rechtbank om zijn alimentatieverplichting te beëindigen. De man moest de criteria dus bewijzen. De vrouw erkende de eerste 2 criteria, zodat de man slechts de laatste 3 moest bewijzen. De man heeft zelf de vrouw, althans haar woning en de omgeving daarvan, gedurende een maand geobserveerd en kwam tot de conclusie dat de nieuwe partner van de vrouw veelvuldig bij haar verbleef. De foto’s die de man van zijn waarnemingen maakte, toonde hij in de procedure aan de rechtbank.

Vervolgens liet de man een recherchebureau observaties uitvoeren. Hiervan is een rapport gemaakt. Uit de observaties van het recherchebureau bleek eveneens dat de nieuwe partner van de vrouw veelvuldig bij haar verbleef. Tevens bleek uit het onderzoek dat de partner van de vrouw een sleutel van haar woning had, dat de vrouw en haar partner samen motorritjes maakten en dat de partner van de vrouw haar auto onderhield en schoonmaakte.

In de procedure bij de rechtbank bleek verder dat de vrouw en haar partner zich als een gezin gedroegen door samen en met (in ieder geval) de kinderen van de vrouw op vakantie te gaan, door samen de diploma-uitreiking van de dochter van de vrouw te bezoeken en door samen naar een open dag van het werk van de man, die alleen toegankelijk was voor gezinsleden, te gaan.

Het meest opmerkelijke in deze zaak is dat gegevens zijn getoond aan de rechtbank ten aanzien van het waterverbruik van de partner van de vrouw. Deze gegevens waren mede van doorslaggevende betekenis. Want: de partner van de vrouw had blijkens die gegevens een veel lager waterverbruik dan een gemiddelde alleenstaande. Hij probeerde dat nog te verklaren door te stellen dat hij meestal op de sportschool douchte, maar dat vond de rechtbank geen afdoende verklaring voor het lage waterverbruik.

De rechtbank heeft het verzoek van de man zijn verplichting te beëindigen op grond van het feit dat de vrouw samenwoont met een nieuwe partner toegewezen.

De vrouw stelde hoger beroep in, maar het hof was het met de rechtbank eens. De alimentatieverplichting is dus beëindigd. Een koude douche voor de vrouw en haar partner.

Voor de hele uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 26 juni 2014: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:1923&keyword=ECLI%3aNL%3aGHSHE%3a2014%3a1923)

Praktijkvoorbeeld; een tatoeage bewees de liefdesrelatie

Een soortgelijke zaak is overigens de zaak waarin de vrouw niet alleen de samenleving ontkende, maar ook ontkende dat zij een liefdesrelatie had met degene van wie de alimentatieplichtige ex-echtgenoot stelde dat zij met hem samenwoonde. Het hof kende onder meer doorslaggevende betekenis voor de affectiviteit van de relatie toe aan het feit dat de betreffende man een tatoeage met de naam van de vrouw op zijn voet had.

Voor de gehele uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 januari 2014: (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2014:355&keyword=1%3a160+BW ),

Praktijkvoorbeeld: observatie door een recherchebureau

In deze zaak betaalde de vrouw alimentatie aan de man. De rechtbank had op verzoek van de man partneralimentatie vastgesteld. Vervolgens heeft de rechtbank in een nieuwe uitspraak de alimentatie verlaagd. Maar dat vond de vrouw nog onvoldoende, omdat zij vond dat zij geen alimentatie verschuldigd was nu haar ex-partner samenleefde met een ander als waren zij gehuwd. Zij ging in hoger beroep. Sterker nog, tussentijds heeft zij nog, overigens zonder succes, geprobeerd in kort geding voor elkaar te krijgen dat zij de uitspraak van de rechtbank niet na hoefde te komen.

In hoger beroep erkent de man de liefdesrelatie en ook dat deze duurzaam is. Hij ontkent echter de samenwoning en de andere twee criteria. De vrouw liet voor de procedure bij de rechtbank onderzoek doen door een recherchebureau. Het recherchebureau observeerde de man gedurende 7 maanden en constateerde het volgende:

  • De man vertrok in die periode steeds vanaf de woning van zijn partner en kwam daar ook weer terug.
  • De man is in die periode niet in zijn eigen woning geweest, behalve om even de post op te halen.
  • De man en zijn partner deden samen boodschappen en rekenden afwisselend af.
  • De man en zijn partner gingen samen op vakantie en de man gebruikte de auto van zijn partner, nadat hij zelf zijn auto had verkocht.

Voor het hoger beroep heeft de vrouw nogmaals het recherchebureau gevraagd onderzoek te doen. Tijdens dit onderzoek bleek dat de situatie zoals geobserveerd was in het eerste onderzoek nog ongewijzigd was. Maar er waren ook nieuwe feiten. De observator zag de man en zijn partner in de Mediamarkt, waar zij samen een muziekinstallatie uitzochten. De man zei daarbij tegen de verkoper dingen als “wat wij willen” en “wat ik wil”, waarna de partner van de man de uitgezochte installatie afrekende.

Uit dit alles leidde het hof af dat sprake was van een samenleven als waren zij gehuwd. Vanwege de verstrekkende gevolgen hiervan heeft het hof de man nog de mogelijkheid gegeven om tegenbewijs te leveren. Hij heeft dat getracht te doen door allerlei getuigenverklaringen, maar dit mocht niet baten. Het hof vond het bewijs onvoldoende en beëindigde de verplichting van de vrouw om partneralimentatie te betalen.

Voor de hele uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 februari 2013: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ7231&keyword=ECLI%3aNL%3aGHAMS%3a2013%3aBZ7231 )

Mijn advies; voer alles aan wat relevant lijkt

Uit de besproken uitspraken, en ook uit uitspraken waarin de alimentatieplichtige ex-echtgenoot niet is geslaagd in de bewijslevering, blijkt dat het van groot belang is om in dergelijke gevallen alles aan te voeren wat ook maar enigszins relevant kan zijn. En dat natuurlijk goed te onderbouwen.

In bovenstaande zaken schakelden de alimentatieplichtigen een recherchebureau in om onderzoek te doen en te rapporteren over de bevindingen. Dat is een behoorlijke investering, maar die loont wel als de alimentatietermijn nog lang is en de vastgestelde alimentatie relatief hoog. Het onderzoek uit de laatste uitspraak kostte de vrouw in kwestie bijna € 15.000,-. De alimentatietermijn van 12 jaar na echtscheiding was echter net pas ingegaan en de vrouw betaalde een alimentatie van bijna € 1.150,- per maand. Door de uitspraak van het hof hoefde de vrouw nog maar slechts 11 maanden alimentatie te betalen. Dit bespaarde haar (bruto) een bedrag van circa € 155.000,- inclusief indexeringen!

Meer informatie over partneralimentatie?

Betaalt u teveel partneralimentatie, wilt u de te nemen stappen om bewijs te verzamelen bespreken en dat wij u bijstaan in de procedure? Neem gerust contact met mij op of een van de overige familierechtspecialisten.

Oorspronkelijke auteur: Myrna van Wijk (sinds 1 januari 2017 niet meer werkzaam bij RWV Advocaten)