Steeds vaker beëindigen banken en andere betaaldienstverleners de relatie met diverse ondernemingen die desinformatie (zoals nepnieuws en complottheorieën) over onder meer (vaccinaties in het kader van) het coronavirus verspreiden. Dergelijke ondernemingen worden feitelijk stelselmatig door banken afgewezen als klant. Hoewel sommige banken ontkennen nepnieuwsverspreiders als klant te weren, is daarin een duidelijk patroon zichtbaar. Onder meer actiegroep Viruswaarheid, YouTube-kanaal Café Weltschmerz en tijdschrift Eyeopener zijn al met een opzegging ofwel een weigering geconfronteerd.

Verspreiding van desinformatie levert volgens banken te hoog integriteitsrisico op

Als belangrijkste reden voor de opzeggingen en weigeringen voeren banken aan dat nepnieuwsverspreiders onaanvaardbare risico’s met zich meebrengen voor de bancaire integriteit en daardoor de integriteit van het gehele financiële stelsel. Volgens de betreffende organisaties zouden banken vooral niet met dit soort partijen en hun bestuurders geassocieerd willen worden uit angst voor reputatieschade. Maar levert specifiek het verspreiden van desinformatie een zodanig integriteitsrisico op dat opzegging of weigering door de bank gerechtvaardigd is?

Verspreiding van desinformatie vormt op zichzelf niet een te hoog integriteitsrisico

Er zijn situaties denkbaar waarin het aangaan of in stand houden van een relatie met een (potentiële) nepnieuwsverspreidende klant tot onaanvaardbare integriteitsrisico’s voor de bank kunnen leiden. Als een organisatie naast het verspreiden van desinformatie aanspoort tot het plegen van strafbare feiten, kan de integriteit en reputatie van de bank en zelfs het financiële stelsel als geheel in gevaar komen. Dit kan ertoe leiden dat het belang van de bank bij opzegging of weigering zwaarwegender is dan het belang van de klant bij toegang tot het betalingsverkeer. Dit gaat echter veel verder dan (alleen) nepnieuwsverspreiding.

Dat banken niet geassocieerd willen worden met organisaties als Viruswaarheid en Eyeopener en hun bestuurders, is vanuit onder meer bedrijfseconomisch perspectief wellicht begrijpelijk. Als banken echter iedere (potentiële) klant die negatief in het nieuws komt, zouden mogen weigeren als klant, dan zou dit de facto de onschuldspresumptie teniet doen: enkele negatieve berichtgeving zou een organisatie dan immers al doen uitsluiten van toegang tot het betalingsverkeer en daarmee in feite ook van deelname aan de maatschappij.

Zolang bij verspreiders van desinformatie geen concrete verdachte transacties of strafbare feiten worden geconstateerd, zal een opzegging of weigering door de bank niet zonder meer stand dienen te houden bij de rechter.

Wanneer is er wel sprake van een te hoog integriteitsrisico?

Banken zijn dus niet zomaar bevoegd tot opzegging en/of weigering als de (potentiële) klant louter desinformatie zou verspreiden. Maar wanneer is er dan wel sprake van een te hoog integriteitsrisico? En levert een te hoog integriteitsrisico de bank voldoende grond op voor opzegging of weigering? Lees hierover meer in ons volgende artikel.

Weigert uw bank een zakelijke rekening te openen of dreigt uw bank de relatie met uw onderneming op te zeggen?

Weigert de bank een rekening voor uw onderneming te openen of zegt uw bank de relatie op? Neem gerust contact op met ons Keep Your Bank-team. Wij adviseren (en zo nodig procederen) over zaken rondom (weigering en opzegging van) bankrelaties.