Nieuw huwelijksvermogensrecht: beperkte gemeenschap van goederen
‘Cd van jou, cd van mij. Cd van ons allebei. Maar gekregen van mijn moeder, van mijn moeder dus van mij’, deze zinsnede uit een bekend Nederlands liedje karakteriseert hoe men tegenwoordig tegen het vermogen binnen het huwelijk aankijkt. Alles wat van nature privé was, moet ook privé blijven. En met het nieuwe huwelijksvermogensrecht wordt het ook zo.
Nieuw wetsvoorstel huwelijksvermogensrecht
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest in de politiek over de gemeenschap van goederen. Verschillende kritische geluiden hebben geleid tot een wetsvoorstel waarbij als nieuwe standaard de beperkte gemeenschap wordt ingevoerd en de gemeenschap van goederen daarmee vervangt. Het wetsvoorstel is recent door de Tweede Kamer aangenomen.
Hoe zit het nu en wat gaat er veranderen? Valt bijvoorbeeld de studieschuld niet meer automatisch in de gemeenschap en wat gebeurt er als een van de echtgenoten tijdens het huwelijk een erfenis krijgt?
Huidig recht: wettelijke gemeenschap
Een groot gedeelte van de Nederlandse samenleving trouwt in gemeenschap van goederen. De wettelijke gemeenschap van goederen zoals Nederland deze kent, stamt uit 1838 en is vrij uniek. Bijna nergens in Europa kent men een systeem zoals wij dat in Nederland kennen. De gemeenschap van goederen ontstaat in Nederland enkel door ‘ja’ te zeggen op de dag van de huwelijksvoltrekking. Het huwelijk of een geregistreerd partnerschap kan dan zomaar, zonder dat u dat beseft, een van de duurste overeenkomsten in uw leven worden.
In principe zijn alle goederen en schulden vanaf dat moment gezamenlijk, ook die van voor het huwelijk. Dit stelsel is nadelig voor echtgenoten die tijdens het huwelijk geconfronteerd worden met een schuld van de andere echtgenoot. Het kwaad is dan echter al geschied. De schuld valt in principe ‘gewoon’ in de gemeenschap en beide echtgenoten zullen deze schuld moeten dragen.
Dit is eigenlijk niet fair, omdat de schuld van nature privé is en de andere echtgenoot niets te doen had met deze schuld. De gedachte is dat het huidige stelsel van de algehele gemeenschap verouderd is en niet meer aansluit bij de maatschappelijke opvattingen omtrent het huwelijk. Individualisering past beter bij onze samenleving.
Voorgesteld recht: beperkte gemeenschap
Het wetsvoorstel zoals aangenomen door de Tweede Kamer en zoals ingediend bij de Eerste Kamer sluit aan bij de gedachte dat alleen hetgeen tijdens het huwelijk door echtgenoten is verworven gezamenlijk dient te zijn. Alleen datgene beide echtelieden gedurende het huwelijk hebben opgebouwd, zal automatisch in de gemeenschap vallen. Dus blijven giften en erfenissen voortaan, privé. Wanneer er voor het huwelijk een studieschuld bestond, zal deze buiten de gemeenschap vallen. Dit heeft als gevolg dat bij echtscheiding de nog openstaande studieschuld niet bij helfte wordt verdeeld, maar dat deze geheel voor rekening komt van de echtgenoot van wie deze schuld is. Dit geldt ook als een van de echtgenoten tijdens het huwelijk een erfenis krijgt. Anders dan in het huidige recht blijven erfenissen en schenkingen automatisch privé. Bij echtscheiding hoeft deze erfenis dan ook niet te worden gedeeld.
Hou een goede administratie bij!
Een groot bezwaar van het wetsvoorstel is de administratieplicht. Echtgenoten zijn gehouden bij aanvang van het huwelijk en tijdens het huwelijk een deugdelijke administratie bij te houden van hetgeen privé en gemeenschappelijk is. Uit de praktijk blijkt dat deze administratie vaak ontbreekt. Bij echtscheiding, maar ook bij samengestelde gezinnen, zullen de problemen omtrent de administratie niet te overzien zijn. Wanneer echtgenoten geen administratie bijhouden, betekent dit dat vermogens in elkaar overvloeien en dat onduidelijk wordt hoe bijvoorbeeld een boot gefinancierd is. Kan bij echtscheiding niet worden aangetoond met welk geld de boot is gefinancierd, dan is deze gemeenschappelijk.
Hebt u voor het huwelijk een onderneming?
Het ondernemingsvermogen van voor het huwelijk valt volgens het nieuwe stelsel buiten de gemeenschap. Dit geldt voor zowel de winsten als de verliezen van de onderneming. Dit is een verbetering voor de niet-ondernemende, omdat de niet-ondernemende echtgenoot zo wordt beschermd tegen eventuele verliezen van de onderneming en dus geen ondernemingsrisico meer loopt.
Tegelijkertijd is het ook een verbetering voor de ondernemende echtgenoot, omdat de andere echtgenoot nooit mee zal delen in de waarde van het ondernemingsvermogen dat voor het huwelijk aanwezig was.
Wel heeft de gemeenschap tijdens het huwelijk recht op een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die de echtgenoot ten behoeve van de onderneming heeft verricht. Zo wordt rechtgedaan aan de gedachte dat hetgeen echtgenoten tijdens het huwelijk ‘verdienen’ gezamenlijk is.
Deze nieuwe bepaling is ingewikkeld, omdat het nog onduidelijk is wanneer deze redelijke vergoeding opeisbaar is en hoe hoog deze precies is. Heeft u een onderneming en gaat u trouwen, dan is het nog steeds verstandig bij de notaris langs te gaan en huwelijkse voorwaarden op te maken.
Meer informatie over het huwelijksvermogensrecht?
Wilt u meer informatie of hebt u vragen over uw specifieke situatie? Neem gerust contact met mij op of een van onze familierechtspecialisten.