Recht op een proceskostenveroordeling, maar een lege boedel. Wat nu?
Als een onderneming failliet gaat, wordt een curator aangesteld. Deze is belast met het beheer en de vereffening van de activa. Vaak voert een curator procedures, zoals bestuurdersaansprakelijkheidsprocedures, het terugbrengen van zaken in de boedel die voor datum faillissement zijn verdwenen (pauliana), maar ook gewone procedures als het incasseren van vorderingen op debiteuren. Deze procedures worden niet altijd door de curator gewonnen. In die gevallen worden de proceskosten om de wederpartij te vergoeden uit de boedel betaald.
Wat nu als de boedel leeg is?
In een recente uitspraak (15 december 2011) van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag speelde een dergelijke casus. De curator had de bestuurder van de failliete vennootschap aangesproken vanwege vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. De curator werd in het ongelijk gesteld en de boedel werd veroordeeld in de proceskosten. In het vonnis werd bepaald dat het direct ten uitvoer kon worden gelegd.
De proceskostenveroordeling is een boedelvordering. Dit betekent dat deze een onmiddellijke aanspraak op de boedel geeft. Een curator dient boedelvorderingen in beginsel te voldoen zodra deze opeisbaar is en er middelen beschikbaar zijn. In casu was het totaal van de boedelschulden hoger dan de beschikbare middelen. Daarbij waren diverse boedelschulden (UWV en het salaris curator) van hogere wettelijke (voor)rang dan de proceskostenveroordeling. De curator weigerde daarom de proceskostenveroordeling te voldoen. De bestuurder nam hier geen genoegen mee en legde, met het vonnis in de hand, beslag op de boedelrekening. De curator stapte vervolgens naar de voorzieningenrechter om het beslag te laten opheffen.
De voorzieningenrechter oordeelde (in lijn met eerdere rechtspraak) dat bij een negatieve boedel als uitgangspunt geldt dat alle boedelcrediteuren moeten wachten totdat de verdeling van het boedelactief is bepaald. Zolang dat niet is gebeurd, kan één boedelschuldeiser geen betaling van zijn boedelvordering afdwingen door beslag te leggen, waardoor andere boedelschuldeisers minder/niets zouden ontvangen.
Van een kale kip kunt u niet plukken
Als boedelschuldeiser kunt u in beginsel beslag leggen op de boedelrekening. Echter, bij een negatieve boedel (helaas het geval in het gros van de faillissementen) zult u moeten wachten tot de verdeling van de activa en zal het beslag worden opgeheven. Als de overige boedelschulden een hogere rang hebben en hoger zijn dan het actief, betekent dit dat u, als beslaglegger, uiteindelijk niets van uw vordering terugziet. Deze problematiek speelt dus ook bij een proceskostenveroordeling.
Wat kunt u in een dergelijk geval doen?
Als een curator meent een zaak tegen u te hebben en u betwist dit, dan is het zaak om de curator - al dan niet via de rechter-commissaris die toezicht op hem houdt - van het tegendeel te overtuigen.
De advocaten van de Sectie Insolventierecht (waarvan de meesten zelf regelmatig als curator worden aangesteld) zijn bij uitstek geschikt u in deze kwesties bij te staan. Heeft u vragen, neem dan gerust contact op met mij of een van de andere curatoren.