Auteur Marleen Hogendoorn, De Ondernemer

Het nieuws sloeg in als een bom: de Belastingdienst gaat per 1 januari volgend jaar met meer dan tachtig belastingambtenaren jacht maken op schijnconstructies. Hoe moet je als werkgever hierop anticiperen? Thijs de Jong, advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht bij RWV Advocaten, geeft tips.

Na acht jaar gedogen is er een streep gezet door het zogenoemde handhavingsmoratorium, vanaf 1 januari 2025 wordt er gehandhaafd op de inzet van zzp'ers in verkapt dienstverband. Thijs de Jong kreeg al verschillende belletjes van bezorgde werkgevers.

,,In principe is er geen sprake van nieuwe regels, maar van verscherpte aandacht voor de al geldende regels. Daarbij is niet precies te zeggen nu wat er 'niet mag'. Wel is duidelijk dat het aan te raden is om kritisch te kijken naar de afspraken met de zzp'er die al jaren exact hetzelfde werk doet als eigen werknemers en die volledig afhankelijk is van één opdrachtgever."

Geen verkapt dienstverband

Kun je vanaf januari nog wel mensen aannemen als zzp'er? Dat kan nog zeker, zegt De Jong. ,,Het is van belang kritischer te gaan kijken naar de vraag of er geen sprake is van een verkapt dienstverband. Momenteel legt de Belastingdienst alleen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen voor de loonheffingen op, eventueel met een boete, als er sprake is van kwaadwillendheid - evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid - of het niet opvolgen van een eerdere aanwijzing."

Er mag dus geen sprake zijn van verkapt dienstverband, want dat kan leiden tot een inhoudingsplicht voor de loonheffingen, tot ontslagbescherming en tot de mogelijke verplichting pensioenpremies af te dragen. De drie hoofdelementen van de arbeidsovereenkomst zijn 1: de verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, 2: tegen loon en 3: onder het gezag van de werkverschaffer. Dat laatste element, gezag, ontbreekt doorgaans bij de zzp'er.

Vergelijkbaar werk als eigen werknemers

Volgens De Jong is het lastige daaraan dat een veelheid van factoren een rol speelt bij de vraag of kan worden gesproken van werkgeversgezag. ,,In de rechtspraak, denk aan Deliveroo en de bezorgers van PostNL, het 'Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden' en in de informatieverstrekking van de Belastingdienst, ligt de nadruk steeds meer op de vraag of de zzp'er vergelijkbaar werk doet en zich in een vergelijkbare positie bevindt als 'eigen werknemers' en of er sprake is van daadwerkelijk ondernemerschap."

In de rechtspraak ligt de nadruk steeds meer op de vraag of de zzp’er vergelijkbaar werk doet als de ‘eigen werknemers.

Werk met modelovereenkomsten

Bij de huidige overeenkomsten met zzp'ers kun je als werkgever, zolang er geen nieuwe of betere standaard is, het beste blijven werken met één van de door de Belastingdienst op zijn website gepubliceerde modelovereenkomsten.

De Jong: ,, Daarbij is echter cruciaal dat in de praktijk ook volgens de in die overeenkomst gemaakte afspraken wordt gewerkt. Daarnaast is het van belang dat in de overeenkomst een afspraak is opgenomen die inhoudt dat de zzp'er eventuele belasting draagt mocht de Belastingdienst onverhoopt menen dat er sprake is van een verkapt dienstverband.

Daarbij moet in gedachten worden gehouden dat de loonheffing een voorheffing is voor de inkomstenbelasting. En de inkomstenbelasting moet uiteindelijk door de werkende worden betaald."

Hogere beloning dan eigen werknemers

Qua uurtarief, is er een minimum dat je als werkgever moet betalen aan een zzp'er? Dat is nog niet het geval zegt De Jong. ,,In het 'Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden' dat in behandeling is bij de Tweede Kamer is echter wel opgenomen dat de persoon die werkt tegen een uurtarief van ten hoogste 32,24 euro per uur, wordt vermoed deze arbeid te verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst.

Ook in de richtlijnen van de Belastingdienst wordt als 'contra-indicatie' voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst genoemd dat de werkende een substantieel hogere beloning ontvangt dan eigen werknemers die vergelijkbaar werk doen."

In de richtlijnen van de Belastingdienst wordt genoemd dat de werkende een substantieel hogere beloning ontvangt dan eigen werknemers die vergelijkbaar werk doen.

Contract opzeggen

Als de Belastingdienst vindt dat er sprake is van verkapt dienstverband, maar de werkende en de werkverschaffer zijn het daar niet mee eens en de werkende doet dus ook geen beroep op ontslagbescherming, dan kan de overeenkomst worden opgezegd op grond van de opzegregeling in het contract.

Maar als de werkende met succes bij de civiele rechter claimt dat er feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan heeft de werkende daarmee als werknemer recht op de ontslagbescherming behorende bij een arbeidsovereenkomst. Die ontslagbescherming maakt het veel moeilijker om de overeenkomst te beëindigen.

Naheffingsaanslag

Het is belangrijk op deze zaken alert te zijn. Want als de Belastingdienst meent dat er sprake is van een verkapt dienstverband, dan kan de dienst een naheffingsaanslag opleggen aan de opdrachtgever voor de loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen), voor de premies werknemersverzekeringen en voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

De Belastingdienst stelt zich dan dus op het standpunt dat afdrachten gedaan hadden moeten worden door de opdrachtgever, zoals werkgevers dat behoren te doen.