Stel, u wilt iemand geld lenen, maar u twijfelt of diegene (de schuldenaar) de betalingsverplichtingen kan nakomen. U kunt in dat geval van uw schuldenaar een borg verlangen. Een borg is een derde die zich verplicht om de schuld na te komen op het moment dat de schuldenaar in gebreke blijft. Let dan wel op dat als de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt, de verjaringstermijn aanvangt en u niet alleen een stuitingshandeling jegens de schuldenaar dient te verrichten, maar ook jegens de borg. Voor beiden gelden namelijk verschillende verjaringstermijnen!

Casus: vordering op borg verjaard?

Een schuldeiser en schuldenaar hebben een overeenkomst van geldlening gesloten in 2005. Ze komen overeen dat de schuldenaar op de laatste dag van iedere maand aflossing en rente dient te voldoen. De hoofdsom plus rente is direct opeisbaar op het moment dat de schuldenaar een of meer verplichtingen niet nakomt. Zekerheidshalve is voor de nakoming van de verplichting een borg gesteld.

Onmiddellijk na het aangaan van de overeenkomst komt de schuldenaar enkele aflossingen niet na. Later volgen betalingen stukje bij beetje, maar blijven de betalingen toch achter. In 2013 wordt de schuldenaar failliet verklaard. De schuldeiser verzoekt vervolgens de borg in januari 2014 om het openstaande bedrag te voldoen. De borg stelt zich op het standpunt dat de vordering is verjaard.

Verjaringstermijn borgtocht is niet automatisch gelijk aan verjaringstermijn vordering

Nu de hoofdvordering nog niet is verjaard, dient te worden beoordeeld of de vordering uit hoofde van de borgtocht wel is verjaard. Voor de borgtocht geldt immers een separate verjaringstermijn. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden boog zich over deze kwestie en vindt in dit kader aansluiting bij de bepaling in de wet dat de termijn van verjaring op grond van borgtocht vijf jaar is.

Kom direct in actie na eerste tekortkoming

Het hof oordeelt dat de bepaling in de geldleningsovereenkomst, die inhoudt dat de hoofdsom plus rente direct opeisbaar is op het moment dat de schuldenaar een of meer verplichtingen niet nakomt, duidelijk is. Redelijkerwijs kunnen partijen deze bepaling niet anders interpreteren. Dit betekent dat de hoofdsom van de geldleningsovereenkomst vervroegd opeisbaar wordt, namelijk direct bij de eerste tekortkoming. De verjaringstermijn ten aanzien van de borgtocht vangt dus ook aan op het moment dat de schuldenaar voor het eerst tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen. Erkenning door de schuldenaar van de vordering door betalingen zorgt niet voor een stuitingshandeling jegens de borg. De vordering van de schuldeiser op de borg is dus verjaard.

Wijze les: verricht bij niet nakoming direct ook stuitingshandeling jegens de borg

Een schuldeiser die een coulante houding aanneemt jegens zijn slecht betalende schuldenaar, kan in voorkomend geval dus hard worden gestraft. Om dit te voorkomen dient u als schuldeiser, als er een direct opeisbaarheidsbepaling in de geldleningsovereenkomst voorkomt, bij niet nakoming door de schuldenaar ook een stuitingshandeling jegens de borg te verrichten.

Heeft u een slecht betalende schuldenaar?

Bent u schuldeiser en heeft uw schuldenaar een borg gesteld? Let bij een slecht betalende schuldenaar goed op de verjaringstermijn van deze borgtocht. Mocht u nog verdere vragen hebben, neem dan gerust contact met mij op of met een van de andere ondernemingsrechtspecialisten van RWV.