In een onlangs gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (JOR 2017/3) is de voormalig bestuurder/aandeelhouder (voormalig DGA) van een vennootschap veroordeeld tot vergoeding van 50% van het zogenaamde boedeltekort (het tekort in een faillissement na uitwinning van alle activa). Het faillissement was feitelijk veroorzaakt door de nieuwe bestuurder/aandeelhouder (nieuwe DGA) maar volgens het gerechtshof heeft ook de voormalig DGA zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld nu deze voorafgaand aan de verkoop geen onderzoek heeft gedaan naar de betrouwbaarheid van de beoogde koper.

Onbehoorlijk bestuur

De procedure was opgestart door de curator van de failliete vennootschap. Deze dient uit hoofde van zijn wettelijke taak onderzoek te doen naar het handelen van de (voormalig) bestuurder. Artikel 2:248 BW geeft de curator een specifieke wettelijke regeling om de (voormalig) bestuurder in het geval van onbehoorlijk bestuur aansprakelijk te stellen voor het boedeltekort in het faillissement. In beginsel ligt de bewijslast van dit onbehoorlijk bestuur bij de curator maar indien de bestuurder heeft verzuimd de jaarrekeningen van de vennootschap tijdig bij het handelsregister te deponeren of geen sluitende administratie heeft bijgehouden, staat vast dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Daarbij wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Het is dan aan de bestuurder om dit vermoeden te ontzenuwen door een belangrijke externe oorzaak van het faillissement te stellen en aannemelijk te maken. Slaagt de bestuurder hier in dan is het bewijsvermoeden ontzenuwd.

Geen onderscheid bestuurder/aandeelhouder

De voormalig DGA werd in deze casus aangesproken als bestuurder terwijl de verkoop plaats vond door hem als enig aandeelhouder. Het gerechtshof overweegt dat dit onderscheid niet relevant is nu het om dezelfde persoon gaat en hij ook als bestuurder bij de aandelenoverdracht betrokken was. In de onderhavige casus waren enkele jaarrekeningen voorafgaand aan de overname te laat gedeponeerd en had de nieuwe DGA de administratie laten verdwijnen. Daarmee stond vast dat de voormalig DGA zijn taak onbehoorlijk had vervuld en stond hij direct met 1-0 achter. De centrale vraag bij het gerechtshof was of het handelen van de nieuwe DGA in de procedure tegen de voormalig DGA als een belangrijke van buiten komende externe oorzaak van het faillissement kan worden beschouwd zodat het bewijsvermoeden daarmee werd ontzenuwd. Het gerechtshof beantwoordt deze vraag ontkennend door te stellen dat er onvoldoende omstandigheden zijn gesteld en aannemelijk zijn gemaakt waaruit blijkt dat de voormalig DGA niet heeft nagelaten om het intreden van de andere, externe oorzaak van het faillissement (het onbehoorlijk bestuur van de nieuwe DGA) te voorkomen.

Bijzondere omstandigheden

Leidt het achterwege laten van onderzoek naar de koper nu altijd tot onbehoorlijk bestuur van de voormalig DGA? Nee, belangrijke omstandigheden in deze casus waren dat de door de vennootschap gevoerde onderneming bij de overname werd ontmanteld terwijl er op dat moment nog aanzienlijke schulden waren. Bij die omstandigheden had er bij de voormalig DGA een lampje moeten gaan branden over de intenties van de koper. Deze heeft uiteindelijk binnen acht maanden namens de vennootschap voor een bedrag van € 140.000,- aan diensten en goederen afgenomen, zonder deze te betalen. Het hof matigt het percentage waarvoor de voormalig DGA aansprakelijk is wel tot 50% van het boedeltekort, omdat dit bedrag ongeveer gelijk is aan de totale schuldenlast die op het moment van de overname bestond. De schulden die de nieuwe DGA van de vennootschap na de overname heeft laten ontstaan worden niet aan de voormalig DGA toegerekend. Dit lijkt mij juist. Het is immers ook niet redelijk om de bestuurder aansprakelijk te stellen voor een hoger bedrag dan de schade die door het onbehoorlijk bestuur zijn ontstaan.

Advies nodig?

Ondanks het feit dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om in dit soort situaties uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid te worden aangesproken, is het van belang om alert te zijn op kopers met verkeerde intenties en andere juridische consequenties die aan een overname kunnen kleven. Bent u van plan om uw onderneming te verkopen en wilt u hierover geadviseerd worden? Neemt u dan gerust contact met mij op of een van de andere overnamespecialisten van RWV Advocaten.