Het zware weer waar ondernemers zich nu in bevinden, toont weer eens aan dat onverwachte risico’s zich vanuit iedere hoek kunnen voordoen. In sommige gevallen kunnen deze risico’s zelfs uw onderneming de das om doen. Het is dan ook essentieel dat u zich op een volledige wijze verzekert tegen de belangrijkste risico’s. Een assurantietussenpersoon kan u begeleiden bij het inventariseren van uw risico’s en het kiezen voor de juiste verzekering die uw onderneming voldoende dekking biedt. Zo wordt u geholpen bij het bereiken van het doel van uw verzekering: het verkrijgen van gemoedsrust.

Gezien de omvang van de belangen, is het dan ook niet gek dat veel ondernemers zich hierbij laten bijstaan door een gespecialiseerde tussenpersoon. Let wel: deze tussenpersoon kan ook een (grote) onderneming betreffen. Op deze assurantietussenpersoon rust een zorgplicht om uw belangen zo goed mogelijk te behartigen. Hij of zij moet de zorg betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht.

De praktijk kan echter te wensen over laten, zoals blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

Boomkwekerij stelt assurantietussenpersoon aansprakelijk wegens schending van haar zorgplicht

In deze zaak gaat het om een boomkwekerij die sinds 1999 klant is van een assurantietussenpersoon en bij haar onder meer een opstalverzekering voor een loods liet beheren. Toen in deze loods in mei 2018 brand uitbrak, bleek dat er sprake was van een onderverzekering van maar liefst € 200.000. Ook bleek de boomkwekerij niet te beschikken over verschillende andere relevante verzekeringen, zoals een milieuschadeverzekering en een bedrijfsschadeverzekering. Daar had de assurantietussenpersoon, met al haar ervaring, haar klant op moeten attenderen. Hierop stelt de boomkwekerij haar assurantietussenpersoon aansprakelijk wegens een schending van de zorgplicht.

Het oordeel van de rechter: assurantietussenpersoon heeft zorgplicht geschonden

De rechter stelt voorop dat de assurantietussenpersoon als taak heeft om informatie over haar klant in te winnen en, op basis daarvan, tijdig te wijzen op de gevolgen van de verkregen informatie voor de dekking van de verzekering van haar klant. Daarnaast dient zij periodiek de verzekerde herbouwwaarde te toetsen aan de werkelijke herbouwwaarde en indringend te waarschuwen voor de gevolgen van een mogelijke onderverzekering, zelfs als geconstateerd wordt dat daar op dit moment geen sprake van is.

Deze periodieke toetsing heeft echter nooit plaatsgevonden. De verzekerde herbouwwaarde was sinds 1999 zelfs geheel ongewijzigd gebleven. Het is echter een feit van algemene bekendheid dat de prijzen van onroerend goed sinds 1999 sterk zijn gestegen. In het licht hiervan, oordeelde de rechter dan ook dat de assurantietussenpersoon haar zorgplicht heeft geschonden. Zij heeft immers geen actie ondernomen om de onderverzekering te voorkomen en heeft haar klant ook niet gewezen op het risico daarop.

Ook voor wat betreft de ontbrekende verzekeringen oordeelde de rechter dat er sprake is van een zorgplichtschending. Een assurantietussenpersoon dient zich namelijk af te vragen of haar klant is voorzien van alle voor haar relevante verzekeringen. De assurantietussenpersoon dient zich hierin actief op te stellen door hier navraag naar te doen en (schriftelijk) te waarschuwen voor de risico’s van het ontbreken van de relevante verzekeringen.

Zelfs nadat het de assurantietussenpersoon bekend was geworden dat een bedrijfsschadeverzekering ontbrak, is zij echter niet overgegaan tot het waarschuwen van haar klant. Hoewel zij de klant wel heeft verzocht om ook andere verzekeringen met haar te bespreken, heeft zij zich dus niet actief genoeg opgesteld. Ook op dit punt heeft de assurantietussenpersoon dan ook in strijd gehandeld met haar zorgplicht.

Ook sprake van eigen schuld van de klant

De onoplettende klant gaat echter niet geheel vrijuit. Omdat de klant regelmatig polisbladen ontving waarop de verzekerde som vermeld stond, mocht ook van de klant verwacht worden dat zij zich realiseerde dat er sprake was van onderverzekering, zeker nu de klant een ondernemer is. De rechter oordeelt dan ook dat er sprake was van eigen schuld van de klant, waardoor zij één derde deel van de schade, geleden als gevolg van de onderverzekering, dient te dragen.

De klant gaf daarnaast geen gehoor aan de verzoeken van de assurantietussenpersoon om het totale verzekeringspakket van de klant te bespreken. De rechter oordeelde dan ook dat, ten aanzien van de schade als gevolg van het ontbreken van de relevante verzekeringen, sprake is van eigen schuld. De klant dient zelfs de helft van deze schade te dragen.

Ondanks het feit dat de klant een substantieel deel van de schade zelf moet dragen, heeft zij door middel van deze procedure dus toch een deel van de schade die haar verzekeraar weigerde te vergoeden, met succes van haar assurantietussenpersoon weten te vorderen.

Bent u wel juist geadviseerd door uw assurantietussenpersoon?

Bent u op zoek naar advies over de schade die u heeft opgelopen en volgens u (mede) te wijten is aan uw assurantietussenpersoon? Vraagt u zich af hoe het met haar zorgplicht zit? Of bent u een assurantietussenpersoon en heeft u vragen over uw zorgplicht? Neem gerust contact met ons op. Wij adviseren u graag.