Is het overdragen van een levensverzekering binnen een faillissement zomaar mogelijk? Of dient een curator in dat geval rekening te houden met de maatstaf van ‘onredelijke benadeling’ zoals het geval bij afkoop en wijziging van een levensverzekering? Meer duidelijkheid op deze vraag volgt uit een recente zaak waarin de Hoge Raad uitspraak doet.

In deze zaak had, ten tijde van het uitspreken van het faillissement, de schuldenaar (hierna: “falliet”) twee lopende levensverzekeringen, die tijdens het faillissement aan de boedel behoorde. De curator stelde failliet op de hoogte van zijn voornemen ten minste 1 levensverzekering af te laten kopen. In reactie hierop vroeg failliet of een derde tegen de netto afkoopwaarde beide levensverzekeringen kon overnemen, zodat failliet nog een pensioenvoorziening zou behouden. De curator gaf toen aan mee te willen werken aan de overdracht van de bestaande levensverzekeringen, als daarvoor de poliswaarde na aftrek van de belasting zou worden betaald. De curator en de betreffende derde(n) bereiken hierover overeenstemming.

Was er sprake van ‘onredelijke benadeling’?

Enige tijd later verzoekt failliet om bovengenoemde overdracht van de levensverzekeringen ongedaan te maken. Daarbij verzoekt failliet tevens een verklaring voor recht dat de betreffende bedragen buiten de faillissementsboedel vallen. Aan het verzoek legt failliet ten grondslag dat de curator volgens hem, net als het geval is bij afkoop en wijziging van de begunstiging van een levensverzekering, had moeten onderzoeken of failliet door de overdracht van de levensverzekeringen onredelijk benadeeld zou worden. Het hof heeft dit betoog verworpen. Failliet laat het daar niet bij zitten en gaat in cassatie.

Juridisch kader ‘onredelijke benadeling’ bij afkoop of wijziging levensverzekering

Bij het afkopen en wijzigen van een levensverzekering binnen een faillissement is artikel 22 Fw van toepassing. Dit artikel luidt als volgt:

  1. Ten aanzien van een overeenkomst van levensverzekering vallen voorts buiten de boedel:
    a. het recht op het doen afkopen van een levensverzekering voor zover de begunstigde of de verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt;
    b. het recht om de begunstiging te wijzigen, tenzij de wijziging geschiedt ten behoeve van de boedel en de begunstigde of de verzekeringnemer daardoor niet onredelijk benadeeld wordt;
    c. het recht om de verzekering te belenen.
  2. Voor de uitoefening van het recht op het doen afkopen en het recht om de begunstiging te wijzigen, behoeft de curator de toestemming van de rechter-commissaris, die daarbij zo nodig vaststelt tot welk bedrag deze rechten mogen worden uitgeoefend. Slechts met schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer is de curator bevoegd tot overdracht van de verzekering.

Geldt de maatstaf van ‘onredelijke benadeling’ ook bij de overdracht van levensverzekeringen?

Een curator is op grond van artikel 22a lid 1 Fw slechts bevoegd tot afkoop of wijziging van de begunstiging van een levensverzekering voor zover de begunstigde en/of verzekeringsnemer hierdoor niet onredelijk benadeeld wordt. Het doel van dit wetsartikel is om de begunstigde of de verzekeringsnemer te beschermen tegen uitwinning van een levensverzekering met een verzorgingskarakter in faillissementen. Volgens de Hoge Raad staat ‘de maatstaf onredelijke benadeling’ toe dat leveringsverzekeringen geheel of gedeeltelijk kunnen worden uitgewonnen als deze niet of niet geheel nodig zijn ter verzorging van de oude dag of van nabestaanden.

In dit faillissement ging het echter over de overdracht van de levensverzekeringen, en dus niet over de afkoop of wijziging van de begunstiging van een levensverzekering. De curator is overeenkomstig dit wetsartikel slechts bevoegd tot de overdracht van de levensverzekeringen als hij schriftelijke toestemming van de verzekeringsnemer heeft ontvangen. Dat was in dit faillissement het geval. De beperking van ‘de maatstaf onredelijke benadeling’ kent de wet in dit geval niet. Desondanks is failliet van mening dat deze maatstaf ook bij de overdracht van toepassing is.

Uitspraak Hoge Raad: geen sprake van ‘onredelijke benadeling’ bij overdracht levensverzekering

Advocaat-Generaal Van Peursem begrijpt failliet in deze situatie wel. Ook hij vindt de door failliet aangehaalde toepassing “logischer en consistenter en misschien ook wel praktisch (…) met één en hetzelfde criterium voor afkoop, begunstigingswijziging of overdracht van levensverzekeringen met een verzorgingskarakter in faillissement”. Daarentegen stelt hij ook dat dit niet de huidige stand van het geldige recht is. De Advocaat-Generaal komt dan ook tot verwerping van de klacht.

Ook de Hoge Raad komt tot verwerping van de klacht:
“De in art. 22a lid 1 Fw opgenomen beperking van het recht van de curator om een levensverzekering te doen afkopen of de begunstiging ervan te doen wijzigen (zie hiervoor in 3.1.2) en de in art. 22a lid 2, tweede volzin, Fw opgenomen beperking van het recht van de curator om een levensverzekering over te dragen (zie hiervoor in 3.1.3), vormen uitzonderingen op de hoofdregel dat een schuldenaar met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden (art. 3:276 BW) en moeten daarom in beginsel strikt worden uitgelegd. Beide bepalingen bieden de verzekeringnemer in geval van diens faillissement bescherming, zij het op verschillende wijze, tegen uitwinning van levensverzekeringen met een verzorgingskarakter. Gelet op een en ander is er geen grond om op de bevoegdheid tot overdracht door de curator van een levensverzekering, naast de wettelijke beperking van toestemming van de verzekeringnemer, de niet in de wet opgenomen beperking aan te brengen dat de verzekeringnemer door die overdracht niet onredelijk benadeeld wordt. Het onderdeel faalt derhalve.”

Heeft u vragen over afkoop, overdracht of wijziging van levensverzekeringen binnen een faillissement?

Aarzel niet om contact op te nemen met mij of een van mijn collega’s van insolventierecht. Wij helpen u graag verder.