Onlangs heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een principiële uitspraak gedaan over de vraag of een ex-werknemer zijn mond mag houden in een onderzoek van de mededingingsautoriteit NMa tegen zijn voormalige werkgever. Dat mag namelijk wel als de werknemer nog bij die werkgever werkzaam is, maar geldt dat ook als hij daar weg is?

In deze zaak ging het om een directeur, die lang bij het bedrijf in dienst is geweest. Drie jaar na zijn vertrek werd hij bij de NMa ontboden en ondervraagd. Maar hij zei niets over de firma, hetgeen hem op een boete van € 150.000,- kwam te staan.

Geen zwijgplicht volgens de bestuursrechter

Daar was deze directeur het niet mee eens en stapte naar de bestuursrechter, maar dat verliep niet meteen naar (zijn) wens. De bestuursrechter in Rotterdam kende hem namelijk geen zwijgrecht toe. Een ex-werknemer hoort niet meer bij de onderneming en daarmee is de kous af, aldus de Rotterdamse rechter.

Wel zwijgplicht volgens het CBb

De hoogste bestuursrechter in dit rechtsgebied, het CBb, dacht daar onlangs anders over. Hij stelde zich op het standpunt dat nergens dwingend staat voorgeschreven dat het zwijgrecht zich beperkt tot personen, die (nog) bij de onderneming werken. Als ook ex-werknemers gedwongen kunnen worden hun mond open te doen, blijft er van de bescherming van de onderneming niets over.

Ook ex-werknemers beschermd

De directeur heeft met zijn weigering dan ook niet de wet overtreden en hij hoeft de boete niet te betalen. De rechtsbescherming van bedrijven in NMa-onderzoeken is met deze uitspraak dus aanmerkelijk uitgebreid. En die van ex-werknemers ook.

Meer informatie?

Heeft u vragen over dit artikel, neem gerust contact op met een van de arbeidsrechtspecialisten.