Op 12 april jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel Doorstroming Huurmarkt. De nieuwe wetgeving gaat in op 1 juli a.s. en ziet op woonruimte. De wet versoepelt de mogelijkheden voor u als verhuurder om tijdelijk te verhuren. Daarnaast biedt het woningbouwverenigingen beleidsruimte bij de vorming van huurprijzen.

Goed nieuws voor alle verhuurders: versoepeling tijdelijke verhuur

Een belangrijke wijziging is dat het mogelijk wordt om tijdelijk woonruimte te verhuren zonder dat deze overeenkomsten moeten worden opgezegd. Tot dusver moesten ook overeenkomsten voor bepaalde tijd altijd worden opgezegd, met inachtneming van de wettelijk opzeggronden. De zeer beperkte wettelijke opzeggronden, in combinatie met de omstandigheid dat rechters daar streng op oordelen, maakte dat het vaak onmogelijk was om deze “tijdelijke” huurovereenkomsten te beëindigen.

De nieuwe wetgeving maakt het mogelijk om woonruimte voor 2 jaar te verhuren zonder dat een opzegging noodzakelijk is. Voor onzelfstandige woonruimte (bijvoorbeeld kamerverhuur) is deze termijn zelfs opgerekt tot 5 jaar.

Hoewel geen opzegging nodig is, is wel van belang dat u als verhuurder tussen een en drie maanden voor het einde van de huur de huurder schriftelijk informeert dat de huurovereenkomst komt te eindigen. Doet u dat niet, dan wordt de overeenkomst alsnog voor onbepaalde tijd met alle opzegbescherming van dien.

Uitbreiding begrip dringend eigen gebruik

De bestaande opzeggrond “dringend eigen gebruik”. is breder dan u op het eerste gezicht zou denken. Onder de huidige wetgeving valt onder dringend eigen gebruik bijvoorbeeld ook verhuur van studentenhuisvesting. Het begrip dringend eigen gebruik wordt in de nieuwe wetgeving uitgebreid tot verhuur van een woning aan gehandicapten, jongeren tussen de 18 en 27 jaar, promovendi en grote gezinnen (8 gezinsleden).

Nieuw voor woningbouwverenigingen: huursombenadering

De nieuwe wet maakt het voor woningbouwverenigingen mogelijk om binnen jaarlijks vast te stellen normen, voor verschillende woningen een afwijkende huurverhoging toe te passen. Dit onder de restrictie dat de gemiddelde huurverhoging onder een jaarlijks door de Minister vast te stellen percentage blijft. Dit noemt men ook wel de huursombenadering. De “boete” voor scheefwonen blijft gehandhaafd.

Let wel, op reeds bestaande huurovereenkomsten, die zijn afgesloten vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet, blijven de oude bepalingen van toepassing en zal de huurverhoging gemiddeld lager uitpakken.

Heeft de wet grote gevolgen?

Al met al verwacht ik nog geen grote gevolgen voor de doorstroming in de woningmarkt. De versoepeling van tijdelijke verhuur biedt wel mogelijkheden omdat u als verhuurder zeker bent van het eindigen van de tijdelijke huur. Er zal waarschijnlijk ook minder gebruik hoeven te worden gemaakt van verhuur op grond van de Leegstandswet.