Als het faillissement van uw onderneming nadert, verschiet uw bestuurstaak van kleur. Niet langer mag u als bestuurder bij de uitoefening van uw bestuurstaak zonder meer handelen in het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Hoe dichter een faillissement nadert, hoe meer u zich bij de vervulling van uw taak moet richten op de schuldeisers van de vennootschap.

Belang gezamenlijke schuldeisers vooropstellen

De bestuurstaak krijgt dan de trekken van de opdracht van de curator. Het naderende faillissement werpt zijn schaduw vooruit. Immers, als er onvoldoende middelen zijn om alle schuldeisers te voldoen, hebben de aandeelhouders niet langer een daadwerkelijk economisch belang bij de vennootschap. Het zijn dan met name de schuldeisers die belang hebben bij de wijze waarop de vennootschap wordt bestuurd.

In deze situatie kunt u als bestuurder onder meer onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers door één of meer schuldeisers (meestal een aan u verbonden schuldeiser) te bevoordelen ten koste van de rest. Het is belangrijk dat u zich realiseert onder welke omstandigheden zulke bevoordeling, doorgaans selectieve betaling genoemd, een onrechtmatige daad oplevert.

Maatstaf onrechtmatige daad

De Hoge Raad bevestigde in dit kader recent de maatstaf dat als u als bestuurder vlak voor faillissement substantiële betalingen verricht aan een aan u verbonden schuldeiser u, behoudens zogenaamde rechtvaardigingsgronden, onrechtmatig handelt jegens de overige schuldeisers. De schuldeiser in kwestie krijgt namelijk een gunstiger behandeling en u benadeelt de overige schuldeisers.

Het is wel de vraag of u als bestuurder kon weten dat de overige schuldeisers schade zouden lijden als gevolg van de selectieve betaling.

Consequenties selectieve betaling kunnen aanzienlijk zijn voor bestuurders

Het leerstuk van selectieve betaling is complex en betalingen in het licht van faillissement kunnen achteraf aanzienlijke consequenties voor u als bestuurder hebben. Laat u of uw cliënt(e) daarom tijdig adviseren. U kunt hiertoe contact opnemen met mij of een van de overige insolventierechtspecialisten.

Bron: JOR2014/229 Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BWjegens schuldeisers van de vennootschap, Toepassing norm Ontvanger/Roelofsen voor indirect bestuurder, Vennootschap heeft kort voor faillissement substantiële betalingen verricht aan moedervennootschap, Benadeling van overige schuldeisers door onbetaald en onverhaalbaar blijven van hun vorderingen, Enig indirect bestuurder/beleidsbepaler tevens enig bestuurder van moedervennootschap heeft bewerkstelligd dat vennootschap haar verplichtingen niet nakomt, Tweede categorie Ontvanger/Roelofsen, Persoonlijk ernstig verwijt