Vanaf 1 juli 2015 hebben werknemers - dus ook tijdelijke werknemers - recht op een transitievergoeding als na ten minste twee jaar hun arbeidsovereenkomst:

  • door u als werkgever niet wordt verlengd;

  • door u als werkgever wordt opgezegd of ontbonden; dan wel

  • op initiatief van de werknemer als gevolg van ernstig verwijtbaar gedrag van uw kant wordt beëindigd.

De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van het dienstverband. Werknemers bouwen namelijk gedurende de eerste tienjaar van de arbeidsovereenkomst over elke gewerkte periode van zes maanden een transitievergoeding op van 1/6 van het maandloon (dus 1/3 maandloon per dienstjaar).

Na de eerste tien jaar bouwen ze een transitievergoeding op van 1/4 van het maandloon per gewerkte periode van zes maanden (1/2 maandloon per dienstjaar).

De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000,-, of maximaal een jaarsalaris op het moment dat de werknemer per jaar meer verdient dan € 75.000,-. Dit maximumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Oorspronkelijk voorstel

In het oorspronkelijke voorstel werd gekeken naar de gewerkte periodes van voor
1 juli 2015. Daarbij werden arbeidsovereenkomsten die tussen dezelfde partijen of tussen opvolgende werkgevers werden gesloten én die elkaar opvolgen met een onderbreking van maximaal zes maanden samengeteld. De opvolgend werkgever hoeft daarbij geen inzicht te hebben in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer. Heeft de vorige werkgever in het kader van de beëindiging al een transitievergoeding betaald, dan komt die in mindering op een door de opvolgend werkgever te betalen transitievergoeding.

Aangekondigde overgangsregeling ter bescherming van tijdelijke werknemers

Om te voorkomen dat u als werkgever tijdelijke werknemers niet opnieuw inhuurt en u met andere tijdelijke werknemers aan de slag gaat, heeft minister Asscher een overgangsregeling aangekondigd. Deze overgangsregeling zorgt voor een wijziging in de berekening van de duur van het dienstverband voor wat betreft de hoogte van de transitievergoeding.

De overgangsregeling heeft tot gevolg dat voor het bepalen van de hoogte van de transitievergoeding de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die vóór 1 juli 2012 zijn geëindigd niet meetellen als deze elkaar hebben opgevolgd met een onderbreking van meer dan drie maanden (in plaats van de huidige zes maanden). Arbeidsovereenkomsten die elkaar na 1 juli 2012 met een onderbreking van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, tellen wel gewoon mee. De transitievergoeding zal door deze wijziging voor tijdelijke krachten lager uitvallen.

Verder wordt in de overgangsregeling geregeld dat de transitievergoeding niet direct betaald hoeft te worden als u uw werknemer de garantie biedt dat hij of zij binnen zes maanden weer aan de slag kan. Hiermee wordt voorkomen dat u na 1 juli 2015 meteen na afloop van een tijdelijk contract een transitievergoeding verschuldigd bent.

Tenslotte is het zo dat als een tijdelijke werknemer binnen maximaal zes maanden na het aflopen van zijn tijdelijk contract een vast contract krijgt dat ingaat op of na 1 juli 2015, ook de periode tussen 1 juli 2012 en 1 juli 2015 alleen meetelt als de tijdelijke arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met een periode van maximaal drie maanden. In ruil daarvoor krijgt de werknemer dan de zekerheid van een vast contract.

Heeft u vragen over de transitievergoeding?

Wilt u meer weten over (de overgangsregeling van) de transitievergoeding of over de Wet werk en zekerheid? Neem gerust contact met mij op of een van de overige arbeidsrechtspecialisten.

Webinar over de transitievergoeding

Wilt u een webinar over de transitievergoeding volgen? Dan kan! Claudia van Hunsel behandelt in het webinar kort en bondig wijzigingen die voortvloeien uit de Wwz met betrekking tot de transitievergoeding.