Stel: u wilt graag financiering verkrijgen (of verhogen). In ruil voor financiering vraagt de bank van u zekerheden, dit ter verlaging van het door de bank op de financiering te lopen risico, bijvoorbeeld door middel van een pandrecht op uw debiteuren. Zelden (uitzonderingen zijn uiteraard gegeven bij onder meer vooruitbetaling, kredietverzekering en factoring) rekent de bank met een inningspercentage van 100% van uw debiteurenvorderingen, al was het maar omdat debiteuren nog weleens failliet gaan.

Toch kunt u dit percentage verhogen: overigens niet alleen ten behoeve van de bank, maar ook ten aanzien van uw eigen debiteurenincasso. U kunt in uw berekening van de afdekking van het risico namelijk meenemen dat indien een debiteur failliet gaat en nog over de door u geleverde goederen beschikt, u deze goederen weer retour krijgt, tenzij uw factuur alsnog wordt voldaan. En misschien moeten daarvoor zelfs al uw openstaande vorderingen met betrekking tot deze klant worden voldaan. Dat kan het gevolg zijn van het leveren van goederen onder eigendomsvoorbehoud.

Algemene voorwaarden: van toepassing verklaren en ter hand stellen

Een eigendomsvoorbehoud kunt u overeenkomen via het contract met de afnemer, maar meestal wordt het opgenomen in de algemene voorwaarden. Verklaar die overigens wel van toepassing en zolang u met kleinere bedrijven (< 50 werknemers) zaken doet: stel ze ook ter hand oftewel biedt de gebruiker ook een redelijke mogelijkheid om uw algemene voorwaarden in te zien. Doet u dit niet, dan kan de klant deze namelijk ongeldig laten verklaren (“of in juridische termen: vernietigen”).

Het eigendomsvoorbehoud: drie typen

Terug naar het eigendomsvoorbehoud. Daarvan bestaan meerdere varianten.

1. Het ‘gewone’ eigendomsvoorbehoud

Het ‘gewone’ eigendomsvoorbehoud houdt in dat zo lang een onderneming de leverancier nog niet betaald heeft voor specifieke goederen, de onderneming geen eigendom van deze goederen verkrijgt, ook al zijn deze goederen al aan de onderneming geleverd.

2. Het ‘uitgebreide’ eigendomsvoorbehoud

Het ‘uitgebreide’ eigendomsvoorbehoud houdt in dat zo lang een onderneming de leverancier nog niet volledig betaald heeft, de onderneming het eigendom van geen van de door de leverancier geleverde goederen verkrijgt.

3. Het ‘verlengde’ eigendomsvoorbehoud

Het ‘verlengde’ eigendomsvoorbehoud bestaat in Nederland niet, maar in onder meer Duitsland wel. Dit houdt in dat zo lang een onderneming de leverancier nog niet volledig betaald heeft, de onderneming niet alleen het eigendom van geen van de door de leverancier geleverde goederen verkrijgt, maar de leverancier ook een recht verkrijgt op met behulp van de goederen ontstane nieuwe zaken. Zelfs ontstaat een pandrecht op de koopprijs op een derde, indien de goederen aan die derde zijn doorverkocht nog voordat de oorspronkelijke (eerste) leverancier was betaald.

Doet u veel internationaal zaken, onder meer met Duitsland, dan is deze optie zeker de moeite waard. Deze bijdrage biedt echter niet de ruimte om de haken en ogen daarvan te bespreken.

Wie heeft er belang bij om u af te betalen?

Stel dat rechtsgeldig een gewoon eigendomsvoorbehoud is bedongen. Dan verkrijgt uw klant pas de eigendom van de goederen, zodra zij voor die goederen betaalt. Heeft u rechtsgeldig een uitgebreid (of een verlengd) eigendomsvoorbehoud bedongen, dan zal de klant uw volledige vordering af moeten betalen, wil zij de eigendom verkrijgen.
Nu gaat uw klant failliet. Wie heeft er dan belang bij om u af te betalen en de eigendom van de goederen te verkrijgen? De curator van de failliete boedel? Of de bank?

Een pandrecht op voorraden die geleverd zijn onder eigendomsvoorbehoud: ja, dat kan!

Laten we de casus omdraaien. U bent daarin de klant en wil graag financiering ontvangen op uw voorraden. Uw leverancier heeft echter in zijn algemene voorwaarden een uitgebreid (of verlengd) eigendomsvoorbehoud opgenomen en dus weet uw bank dat u pas eigenaar van de voorraden wordt na betaling van de desbetreffende leverancier.
Dan gaat uw onderneming failliet. En nog steeds is de leverancier niet betaald. Dan zijn de voorraden dus nog steeds eigendom van de leverancier. 
Maar wat nu als alsnog de openstaande vordering van de leverancier wordt betaald? Als eerste verkrijgt de gefailleerde onderneming dan de eigendom…maar kan er dan ook nog een pandrecht ontstaan?

Een onvoorwaardelijk pandrecht op een voorwaardelijk eigendomsrecht

Het Hof Den Haag oordeelde in september 2014 dat na betaling van de leverancier de eigendom van de voorraden toekwam aan de curator…maar dat een pandrecht niet meer kon ontstaan. Dat was zuur voor de Rabobank: die had immers deze vordering afbetaald!
De Hoge Raad denkt daar anders over: de afbetaling van de financier betreft een zogeheten opschortende voorwaarde en de ontvanger van de voorraden wordt een voorwaardelijke eigenaar van de voorraden. Aldus kan er op dergelijke onder eigendomsvoorbehoud geleverde voorraden wel degelijk een (onvoorwaardelijk) pandrecht gevestigd worden.
Conclusie: na afbetaling van de vordering van de leverancier verkrijgt de failliete boedel niet alleen het eigendom van de voorraden, maar verkrijgt de bank daarop ook alsnog een pandrecht.

HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1046 (Rabobank/Reuser)

Benut het eigendomsvoorbehoud ‘maximaal’

Het voorgaande is interessante, maar ook ingewikkelde materie. Hoe benut ik het eigendomsvoorbehoud ‘maximaal’? Hoe formuleer ik dat in mijn algemene voorwaarden? Bied ik de gebruiker een redelijke mogelijkheid tot kennisname van de algemene voorwaarden door hem digitaal een hokje aan te laten vinken, ook al is de kans heel klein dat hij ze gelezen heeft? Hoe roep ik mijn eigendomsvoorbehoud in op het moment dat mijn klant failliet gaat en hoe zorg ik ervoor dat de curator of de bank mijn vordering betaalt? En hoe zorg ik ervoor dat de bank mij financiering verstrekt op basis van het voorgaande ‘volledige waardering’ van voorraden en debiteuren?

Graag helpen wij u verder. Neem gerust eens contact op. Dan kijken we samen wat er moet gebeuren én wat er mogelijk is.