Beleggingsinstellingen verkopen vaak producten met specifieke risico’s en beloven prachtige rendementen. Niet alleen zijn de kosten van dergelijke producten vaak fors, veelal hangen die prachtige rendementen samen met een hoger risico. Op grond van haar zorgplicht moet de beleggingsinstelling bij het aangaan van de beleggingsovereenkomst waarschuwen voor die specifieke risico’s. 

Zoals wij eerder schreven komt het echter regelmatig voor dat u als belegger onvoldoende inzicht krijgt in de risico’s die u loopt. Levert het beleggingsproduct een schitterend rendement op, dan bent u als belegger vermoedelijk snel tevreden, zelfs al zijn de kosten best hoog. Valt het rendement (fors) tegen, dan zult u wellicht willen weten of de beleggingsinstelling haar zorgplicht niet heeft geschonden. Een dergelijke schending van de zorgplicht, biedt in dat geval immers een mogelijkheid om uw schade te verhalen.

Een berucht beleggers voorbeeld uit de praktijk

Draait de economie op volle toeren en gaat het ook op de beurs erg goed, dan zal ook een duur beleggingsproduct netto nog steeds een mooi rendement behalen. Wat lastiger uit te leggen valt, zijn de koersdalingen die uiteindelijk op enig moment ook zullen komen. Dat gebeurde gedurende de jaren ’90, toen de constructie van de aandelenlease veelvoudig werd aangeboden in Nederland. 

Dit beleggingsproduct werkt als volgt. Tegen een beperkte inleg leent (‘least’) u aandelen en als die in waarde stijgen, is die waardestijging -na aftrek van de ‘huurkosten’ (en vaak ook beheerskosten)- voor u. Dalen de geleaste aandelen in waarde, dan draait u -naast de huurkosten en de beheerskosten- op voor het koersverlies. Zo kan u (veel) meer verliezen dan uw oorspronkelijke inleg. Had die vriendelijke man, die u ‘deze buitenkans voor de gewone man’ telefonisch heeft verkocht, iets verteld over dat risico?

De gebrekkige informatie die deze klanten destijds kregen, leidde uiteindelijk tot de welbekende aandelenlease-affaire. Mede gelet op de politieke ophef daarover, is in 2005 tussen aanbieder Aegon/Dexia en twee claimstichtingen, de Vereniging van Effectenbezitters en de Consumentenbond, de Duisenberg-regeling gesloten. 

De termijnbetalingen werden op grond van deze regeling niet terugbetaald, maar van de restschuld werd twee derde deel kwijtgescholden. Was er sprake van een echtgeno(o)t(e) die geen toestemming had gegeven voor de overeenkomst, dan kon deze zelfs worden vernietigd en werd de gehele restschuld kwijtgescholden. Sommige klanten konden vanwege het overlijden van hun echtgenoten echter geen gebruik maken van laatstgenoemde mogelijkheid. Ook zijn er gevallen bekend waarbij inmiddels gescheiden echtgenoten niet langer het beste voor hadden met hun voormalige partners en simpelweg afzagen van het vernietigen van de overeenkomst.

Ongeveer één achtste deel van de gedupeerde beleggers ging niet met deze Duisenberg-regeling akkoord.

Daarop zijn inmiddels (dus al meer dan 10 jaar lang!) een groot aantal procedures gevoerd. Ook de Hoge Raad heeft zich meerdere malen over deze kwestie gebogen.

De uitspraken van de Hoge Raad

De Hoge Raad ging in haar uitspraak in 2009 verder dan de Duisenberg-regeling. Zij oordeelde dat de zorgplicht van de aanbieder inhoudt dat zij onderzoek dient te doen naar de inkomens- en vermogenspositie van de klant en dat zij dient te waarschuwen voor het risico van een restschuld. Als deze zorgplicht wordt geschonden en de overeenkomst zorgt voor een 'onaanvaardbaar zware financiële last', dient tevens twee derde van de betaalde termijnbetalingen te worden terugbetaald. 

In 2016 deed de Hoge Raad hier nog een schepje bovenop en oordeelde zij dat als de klant is aangebracht door een tussenpersoon die niet over de benodigde vergunning beschikt, zelfs de volledige restschuld en de termijnbetalingen dienen te worden terugbetaald.

Bent u wel juist geadviseerd over uw beleggingsovereenkomst?

Wilt u advies over de schade die u hebt opgelopen en volgens u te wijten is aan uw bank, beleggingsadviseur of vermogensbeheerder? Wilt u weten hoe het zit met hun zorgplicht? Neem gerust contact op met ons of een van de andere Financieel recht specialisten. Wij adviseren u graag. 

Interessant onderwerp? 

Nog een kijktip tot slot: de film Boiler Room, uit 2000. Veel van dit soort zeer riskante beleggingsproducten, zoals het leasen van aandelen via de Vermogensversneller, de Winstverdriedubbelaar en het Sprintplan, klinken ‘te goed om waar te zijn’ en zijn dat ook. Soms zijn het obligatiefondsen, soms zijn het CO²-emissierechten. Al deze financiële producten worden via agressieve en misleidende telefonische verkoop aan de man gebracht en kunnen veel schade veroorzaken bij hun ondeskundige particuliere klanten. Vaak weten de daders ermee weg te komen, maar dat lukt niet altijd. Zo zijn op 1 mei 2020 acht mannen schuldig bevonden aan internationale boillerroomfraude, met straffen oplopend tot 4 jaar cel.

Tegenwoordig is de telefonische verkoop aan consumenten aan banden gelegd. Ondernemers, waaronder ZZP’ers, vallen echter buiten deze regels, als gevolg waarvan zij met dergelijke misleidende telefonische verkoop nog steeds te maken kunnen krijgen.