Bij beëindiging van een distributieovereenkomst kan het voorkomen dat er nog een restvoorraad van producten is. Mag een producent na het einde van deze distributieovereenkomst doorgaan met de verkoop van deze restvoorraad waarop de naam- en adresgegevens van de oude importeur/distributeur (nog) zijn vermeld? Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde hier recent in een kort geding over.

Distributieovereenkomst beëindigd vanwege tekortschieten nakoming overeenkomst

Een Amerikaanse producent (X genaamd) heeft een distributieovereenkomst gesloten met een Nederlands bedrijf (Y genaamd), waarmee Y de rol van distributiecentrum en distributeur voor de Nederlandse markt op zich heeft genomen. Y had daarbij ook een warenhousefunctie: Europese distributeurs plaatsen bestellingen bij Y, die Y vervolgens bij X bestelde. Daarnaast distribueerde Y de vooraard van X in Nederland deels zelf en deels via agenten. . Op de verpakking van de producten stond de tekst:

“Distributed in Europe by: Y, [adres], [postcode], [plaats], Nederland”.

Op een bepaald moment wordt de distributieovereenkomst tussen X en Y beëindigd omdat Y tekort zou schieten in de nakoming van de overeenkomst. Y heeft na de beëindiging van de overeenkomst meerdere keren aan X aangegeven dat zij geen toestemming (meer) geeft voor het gebruik van haar (handels)naam en adresgegevens.

Producent gaat door met verkoop van restvoorraad

Na het beëindigen van de distributieovereenkomst heeft X de voorraad, met op de verpakking Distributed in Europe by: Y, [adres], [postcode], [plaats], Nederland, verkocht en geleverd aan distributeurs in onder andere Europa. Y is het hier niet mee eens en vordert in een procedure dat X wordt veroordeeld om het gebruik van de (handels)naam en adres van Y (op de verpakkingen) te staken.

Mag X na het einde van de distributieovereenkomst doorgaan met de verkoop van de restvoorraad waarop de naam- en adresgegevens van Y nog zijn vermeld?

Geen sprake van onrechtmatig handelen

Het hof komt allereerst tot het oordeel dat het voornamelijk aan Y te wijten is dat X, op het moment van het beëindigen van de distributieovereenkomst, nog een aanzienlijke voorraad producten had waarop de naam-adres-tekst van Y vermeld stond en dat deze voorraad een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt.

Daar komt bij dat X aannemelijk heeft gemaakt dat het gebruik van de naam-adres-tekst van Y beperkt is gebleven tot de producten die resteerde bij de beëindiging van de distributieovereenkomst, dat het einde van deze voorraad in zicht is en dat Y niet heeft aangetoond dat zij door het handelen van X schade heeft geleden (bijvoorbeeld in de vorm van claims). Ook het hof komt dan ook tot het oordeel dat er van onrechtmatig handelen van X op dit moment geen sprake is.

Belangrijk uitgangspunt

Het hof komt echter in het arrest met een belangrijk uitgangspunt voor bovenstaande situaties. Zo stelt het hof: Als X langer de tijd zou nemen dan redelijkerwijs noodzakelijk is om de producten uit te verkopen, kan dit maatschappelijk onzorgvuldig handelen opleveren. Ook Y heeft er immers gerechtvaardigd belang bij dat zij niet langer dan noodzakelijk op producten staat vermeld als importeur terwijl dat niet juist is.

Kortom, een producent mag de betreffende voorraad aan producten – waarop bijvoorbeeld de naam van een voormalig importeur is vermeld – verkopen, mits dit wel binnen een redelijke tijd gedaan wordt. Neemt de producent onredelijk veel tijd, of brengt hij nieuwe producten op de markt met de gegevens van de voormalig importeur, dan neemt de waarschijnlijkheid toe dat er wel sprake is van onrechtmatig handelen op basis waarvan de producent aansprakelijk zou kunnen worden gesteld.

Heb je vragen over uw distributieovereenkomst?

Heb je vragen over jouw distributieovereenkomst, wil je advies over welke overeenkomst het best bij jouw onderneming past of heb je andere vragen over distributie, aarzel niet om contact op te nemen met mij of een van mijn ondernemingsrecht collega’s.