Inmiddels is gebleken dat banken gewoonlijk een verborgen winstmarge bij het rentederivaat in rekening brachten, als gevolg waarvan de klant een hoger vast rentetarief dan de marktrente betaalde. Rentederivaten kenden daardoor bovendien van begin af aan een negatieve waarde. Deze negatieve waarde nam vervolgens nog verder toe, als gevolg van de forse en nagenoeg constante daling van de rente sinds 2008. Dit brengt met zich dat de onderliggende lening nog slechts kan worden afgelost of geherfinancierd tegen gelijktijdige betaling van de negatieve waarde van het rentederivaat. De ervaring leert dat andere banken gewoonlijk niet bereid zijn tot financiering van deze ‘boete’. Dit leidt ertoe dat de in beginsel flexibele variabelrentende lening niet langer flexibel is, nu de lening weliswaar tussentijds kosteloos afgelost kan worden, maar de klant blijft zitten met de substantiële ‘boete’ ter zake het rentederivaat

Voorts brengt de negatieve waarde van rentederivaten marginverplichtingen mee voor de klant. De bank heeft een wettelijke plicht er op toe te zien dat de klant over voldoende saldi beschikt om aan zijn marginverplichtingen te voldoen. De bank heeft aldus een margin- en saldibewakingsplicht, op grond waarvan zij bij oplopende verplichtingen van de klant, bijvoorbeeld door een (verdere) daling van de rente, ook (extra) zekerheden moet eisen: een Margin Call. Bij renteswaps is dit ‘ondervangen’ door veelvuldig gebruik te maken van een interne kredietlimiet. De ING noemt dit een ‘allowancefaciliteit’, de ABN een ‘OBSI-limiet’ en de Rabobank de ‘Treasury Obligolimiet’ en het ‘Afgesproken Bedrag’. Daarbij wordt een kredietfaciliteit geopend, uit welke faciliteit de bank zelf – op papier – de zekerheden trekt die zij conform haar marginverplichtingen voor de negatieve waarde van het rentederivaat nodig heeft.

Vaak wordt deze faciliteit naar de klant gecommuniceerd als ‘kosteloos extraatje’. Een dergelijke interne kredietlimiet verslechtert echter het risicoprofiel van de klant, wat ertoe kan leiden dat de bank de renteopslagen verhoogt en/of weigert om extra financiering te verstrekken. Ook kan herfinanciering hierdoor feitelijk onmogelijk worden.

Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB

In de loop der jaren is er veel gedoe geweest over de advisering van rentederivaten door de banken. Naar aanleiding hiervan heeft toenmalig minister Dijsselbloem een onafhankelijke commissie, de Derivatencommissie, in het leven geroepen om een zogenaamd ‘herstelkader’ overeen te komen met de banken. Inmiddels is het Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB (UHK) gepubliceerd.

Veel klanten kregen van hun bank te horen dat zij in aanmerking komen voor vergoeding onder het UHK. Klanten die dit niet kregen te horen moesten zichzelf aanmelden. Dit was in principe mogelijk tot en met 30 september 2017. 

Gang naar de rechter

In veel gevallen bestaat er een reële kans dat je via de rechter een (veel) hogere vergoeding kunt ontvangen dan onder het UHK. De rechter stelt namelijk de omvang van je schade vast en betrekt daarbij alle relevante omstandigheden, zoals de mate waarin de bank haar zorgplicht heeft geschonden. Dit gebeurt onder het UHK niet. Het aanbod van de bank kan slechts tegen finale kwijting worden geaccepteerd. Met andere woorden, als je het UHK-aanbod accepteert, vervallen alle aanspraken en/of vorderingen die je jegens de bank hebt in verband met het rentederivaat. 

waarom ons SWAP-team inschakelen?

Wil je advies over de aangeboden vergoeding conform het UHK-traject? Of wil je weten of er bij de rechter misschien meer te halen valt? Je kunt met al je vragen terecht bij het SWAP-team. Dit team is gespecialiseerd in rentederivaten, waaronder renteswaps. Het SWAP-team adviseert, procedeert en publiceert regelmatig over dit onderwerp. Daarnaast begeleidt het SWAP-team diverse klanten bij het UHK-traject en onderhandelen wij met de bank, bijvoorbeeld in het kader van herfinancieringen.

misschien ook interessant voor jou