Een financier vraagt gewoonlijk zekerheden voor zijn lening. Vaak zijn deze zekerheden pandrechten. De financier wordt hierdoor pandhouder. Een pandrecht op vorderingen is gewoonlijk een ‘stil’ pandrecht. Dat wil zeggen dat dit pandrecht niet naar derden toe bekend wordt gemaakt en dat de schuldenaar/pandgever zelf de betreffende vordering kan innen en gewoon zijn bedrijf kan runnen.

Uitwinning pandrecht op vorderingen: mededeling aan debiteuren

Dreigt het mis te gaan met de schuldenaar, dan kan de pandhouder het pandrecht bekend maken aan de debiteuren van de schuldenaar. Het pandrecht is dan openbaar gemaakt. De debiteur kan dan alleen nog maar bevrijdend betalen aan de pandhouder.

Kan de pandhouder ook aan de verpande vordering verbonden vorderingen uitwinnen?

Nu lag de vraag voor of de pandhouder ook gebruik kan maken van aan de vordering van de schuldenaar verbonden rechten. De Hoge Raad had al langer geleden bepaald dat een beslaglegger die beslag legt op een vordering die is verstrekt met een hypotheekrecht, ook dit hypotheekrecht kan uitoefenen. In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad in die lijn geoordeeld dat ook een pandhouder dit kan.

Ter illustratie de casus:
Een schuldenaar heeft een lening bij de bank. De bank heeft hiervoor zekerheden verkregen waaronder een pandrecht op vorderingen. De schuldenaar heeft een vordering op een debiteur. Deze debiteur heeft op haar beurt aan de schuldenaar eveneens een pandrecht gegeven op een vordering die zij op een derde heeft. De bank heeft op een bepaald moment aan de debiteur gemeld dat zij een pandrecht heeft op alle vorderingen van de schuldenaar.

De Hoge Raad oordeelt vervolgens dat de bank het pandrecht, welke de debiteur aan de schuldenaar heeft verleend, kan uitoefenen en dus de vordering op de derde kan innen.

Meer weten over pandrecht?

Heeft u vragen over financieringen en over het vestigen en/of uitwinnen van zekerheden? Neem contact met mij op of met een van mijn collega’s van ondernemingsrecht.