De Centrale Raad van Beroep, ons hoogste rechtsprekend orgaan op het gebied van Sociaal Verzekeringsrecht, oordeelde in een uitspraak van 5 december 2012 dat er geen sprake is van een benadelingshandeling als bedoeld in de Ziektewet, wanneer een zieke werkneemster en haar werkgever op basis van een Sociaal Plan overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd na de verplaatsing van haar functie naar een andere vestiging.

Verplaatsing functie niet reëel voor werkneemster

In deze zaak was sprake van sluiting van een bedrijfsvestiging en werd de functie van werkneemster verplaatst naar een andere vestiging. In het kader daarvan was een Sociaal Plan opgesteld en werkneemster had ingestemd met een regeling op basis van dit plan. Van haar kon echter in redelijkheid niet worden gevergd haar functie te volgen, gelet op de reisafstand.

Het UWV; geen ziektewetuitkering

Desondanks weigerde het UWV haar de toekenning van een ziektewetuitkering, omdat werkneemster haar dienstverband beëindigde toen zij ziek was en volgens het UWV niet al het mogelijke had gedaan om haar baan te behouden.

De Centrale Raad van Beroep dacht daar anders over

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het onder de gegeven omstandigheden niet reëel was te veronderstellen dat een verweer bij de kantonrechter met een beroep op het opzegverbod tijdens ziekte zou slagen.

Werknemers zijn voorzichtig met ontslagregeling tijdens ziekte

In de rechtspraktijk is er grote terughoudendheid aan de kant van werknemers om met een ontslagregeling in te stemmen tijdens ziekte, ook als er duidelijk geen verband bestaat tussen het ontslag en de arbeidsongeschiktheid.

Gelet op deze uitspraak is die terughoudendheid terecht. Uiteindelijk moest de werkneemster tot in hoogste instantie procederen om haar gelijk te krijgen.

Meer informatie?

Heeft u vragen over dit artikel, neem gerust contact op met een van de arbeidsrechtspecialisten.