In het vorige artikel ben ik ingegaan op de actuele stand van zaken op het gebied van de wettelijke regeling rondom de turboliquidatie. Naast het inzetten van een turboliquidatie bij bedrijfsbeëindiging kan een turboliquidatie ook onderdeel zijn van een herstructurering. Bijvoorbeeld wanneer je kiest voor de sterfhuisconstructie. Maar met welke aansprakelijkheidsrisico’s dien je hierbij rekening te houden?

Sterfhuisconstructie

Verkeert een bedrijf in moeilijkheden, dan komt het voor dat bedrijfsactiviteiten die nog levensvatbaar zijn, overgeheveld worden naar andere rechtspersonen binnen een groep of concern. Ook wel sterfhuisconstructie genoemd. Waarna turboliquidatie met resterende schulden plaats kan vinden van het ‘sterfhuis’.

Bestuurdersaansprakelijkheid bij sterfhuisconstructie

In de rechtspraak zijn regelmatig gevallen van deze sterfhuisconstructie waarin bestuurdersaansprakelijkheid van het ‘sterfhuis’, de rechtspersoon waaraan de activiteiten zijn overgedragen of de concernleiding aan de orde is.

Het bestuur van het ‘sterfhuis’ dient zich te richten naar het belang van de door haar bestuurde vennootschap. Hoewel het belang van een rechtspersoon binnen een concern grotendeels wordt ingekleurd door het concernbelang, is het in situaties als deze van groot belang dat het bestuur een eigen afweging maakt van het belang van de bestuurde rechtspersoon. Daarbij spelen ook de belangen van de schuldeisers een rol en niet alleen de belangen van de aandeelhouder.

Concernaansprakelijkheidbij sterfhuisconstructie

Ook voor de concernleiding geldt een eigen verantwoordelijkheid: in situaties zoals hier aan de orde heeft zij – bijvoorbeeld - niet de vrijheid om de tot haar groep behorende schuldeisers met voorrang boven de niet tot haar groep behorende schuldeisers te (laten) voldoen.

Maar ook de groepsvennootschap waaraan de activiteiten worden overgedragen kan zich blootstellen aan aansprakelijkheidsrisico’s – of risico’s op het terugdraaien van transacties - wanneer er door de overdracht schuldeisers worden benadeeld en de verkrijgende vennootschap dit wist of behoorde te weten.

Er dient daarnaast aandacht te worden besteed aan kruisverbanden binnen een concern. Dergelijke kruisverbanden kunnen bijvoorbeeld ontstaan door fiscale eenheden, 403-verklaringen of andersoortige hoofdelijke aansprakelijkheden.

Kortom het ‘ei van Columbus’ dat turboliquidatie heet, dient in dergelijke situaties met de nodige zorgvuldigheid te worden gebakken.

Verkeert jouw bedrijf in moeilijkheden?

Misschien is een turboliquidatie interessant voor jou. Of past een ander alternatief beter bij jouw situatie, zoals een saneringsakkoord (al dan niet met gebruikmaking van de WHOA) of een doorstart uit faillissement. Laat je door ons adviseren over de mogelijkheden. Neem gerust contact op met mij of een van de andere insolventierechtadvocaten.