‘Slapend dienstverband beëindigen en transitievergoeding te betalen.’ Eerste uitspraak van rechtbank die werkgever verplicht!
In een uitspraak van 27 december 2018 oordeelde het Scheidsgerecht Gezondheidszorg dat de werkgever een slapend dienstverband diende op te zeggen. De zaak betrof een werknemer die al drie jaar ziek was en een IVA uitkering ontving. De werkgever wilde het dienstverband echter niet beëindigen, aangezien hij dan een transitievergoeding moest voldoen. De werknemer bleef dus slapend in dienst.
Nu de werknemer zo ernstig ziek was en dus nog maar kort te leven had, verplichtte het scheidsgerecht de werkgever op grond van goed werkgeverschap om tot beëindiging van het slapend arbeidsverband over te gaan. Ik schreef hierover in januari dit artikel.
De casus: wel arbeidsongeschiktheid, toch geen beëindiging en transitievergoeding
In een vonnis van 28 maart 2019 heeft de Rechtbank Den Haag nu eveneens een werkgever verplicht het dienstverband met een langdurig zieke werknemer te beëindigen.
De werkneemster in deze zaak was sinds 2005 in dienst van een stichting en in 2014 benoemd tot statutair directeur van deze stichting. Twee jaar na haar benoeming, in februari 2016, werd ze arbeidsongeschikt verklaard omdat ze kanker had. Twee jaar nadien kreeg zij te horen dat zij was uitbehandeld.
Op 14 februari 2017 heeft de stichting besloten tot het ontslag van de werkneemster als statutair directeur. De stichting heeft de arbeidsovereenkomst met de werkneemster echter in stand gelaten. De arbeidsovereenkomst zou van rechtswege eindigen op 5 september 2019 vanwege het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd.
Sinds 8 februari 2018 ontving de werkneemster een IVA uitkering. Zij was volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bevonden. De stichting ging echter nog steeds niet over tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster heeft daarop verzocht haar arbeidsrechtelijk te ontslaan, waarbij zij aanspraak zou hebben op de transitievergoeding van ruim 150.000 euro. Omdat de stichting de arbeidsovereenkomst niet wilde beëindigen, heeft de werkneemster de rechter verzocht de stichting te bevelen tot beëindiging over te gaan.
Het oordeel van de rechter: beëindig arbeidsovereenkomst en betaal transitievergoeding
Uit de wet volgt geen verplichting voor de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In eerdere uitspraken van rechters is dan ook bepaald dat de werkgever hiertoe niet verplicht kan worden. De minister noemde het in stand laten van een slapend dienstverband “onbehoorlijk” maar niet ernstig verwijtbaar. Sinds deze uitspraken is de Wet compensatie transitievergoeding ingevoerd, op grond waarvan de werkgever de transitievergoeding, die verschuldigd is bij een beëindiging vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, terug kan vragen.
De Rechtbank Den Haag oordeelt nu dat, in het licht van de Wet compensatie transitievergoedingen en de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om een einde te maken aan slapende dienstverbanden, het niet langer vol te houden is dat het in stand laten van een slapend dienstverband geen strijd met goed werkgeverschap kan opleveren. Of sprake is van strijd met goed werkgeverschap is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. In dit geval oordeelde de rechter dat de arbeidsovereenkomst een lege huls was geworden. Dit gezien het feit dat de werkneemster statutair al was ontslagen als directeur en er geen zicht was op enig herstel.
Het enige belang dat door de stichting werd aangevoerd voor het laten voortduren van de arbeidsovereenkomst was een financieel belang, namelijk het feit dat zij de transitievergoeding zal moeten voldoen. De compensatie voor die vergoeding kan de stichting pas vanaf 1 april 2020 terugvragen. Dit belang werd door de rechter gepasseerd aangezien de rechtsontwikkeling inhoudt dat slapende dienstverbanden als ongewenst worden beschouwd. Daarbij overweegt de rechter voorts dat niet is gebleken dat de stichting de vergoeding niet zou kunnen “voorschieten”. De stichting werd derhalve verplicht om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de transitievergoeding van ruim € 150.000 te voldoen.
Rechtspraak is verdeeld omtrent beëindigen arbeidsovereenkomst bij langdurig zieke werknemer
Deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag is de eerste uitspraak sinds de invoering van de Wet compensatie transitievergoedingen waarin de rechter een werkgever verplicht de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De kantonrechter Overijssel oordeelde echter op 21 maart 2019 dat de werkgever in een andere casus van een langdurig zieke werknemer niet verplicht was de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De Rechtbank Overijsel overwoog in dat kader dat het tot de keuzevrijheid/beleidsvrijheid van een werkgever behoort om een arbeidsovereenkomst met een werknemer die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is door opzegging te beëindigen. De Rechtbank Overijsel oordeelde dat er ook geen wettelijke verplichting bestaat om te beëindigen en de invoering van de Wet compensatie transitievergoeding dat niet anders maakt.
De rechtspraak is dus verdeeld. Wij zijn erg benieuwd of een van beide zaken in hoger beroep bij het Gerechtshof komt. Uiteraard houden we de ontwikkelingen in de gaten en houden wij u op de hoogte.
Wat te doen met slapende dienstverbanden?
Heeft u ook werknemers die langdurig ziek zijn of met een slapend dienstverband in dienst en wilt u weten wat u het beste kunt doen? Neem contact op met mij of een van de overige arbeidsrechtspecialisten. Wij maken een beoordeling en adviseren u.