WHOA en wetsvoorstel voor doorstart uit faillissement bieden bedrijven in betalingsproblemen kans op een tweede leven
Het reorganiserend vermogen van het Nederlandse insolventierecht is beperkt; in veel gevallen is het ‘paardenmiddel’ van een doorstart uit faillissement de enige reële optie voor ondernemingen in het MKB. De Nederlandse wetgever heeft, in het kader van het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht, verbetering hiervan in het vooruitzicht gesteld. Momenteel ligt het wetsvoorstel WHOA (Wet homologatie onderhands akkoord) bij de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel kunnen ondernemingen in betalingsproblemen een dwangakkoord aanbieden aan hun aandeelhouders en schuldeisers.
Wetsvoorstel WHOA – Wet homologatie onderhands akkoord
In het kader van het herijkingsprogramma wordt al jaren gewerkt aan de introductie van een buitengerechtelijk dwangakkoord. Ook aanpassing van de regeling van de surseance van betaling staat op de agenda, maar dat is tot nu toe nog niet opgepakt. Het buitengerechtelijk dwangakkoord heeft – na twee consultatieronden – vorm gekregen in een wetsvoorstel onder de naam Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Het wetsvoorstel is grotendeels in lijn met het laatste consultatievoorstel; de wijzingen hebben vooral te maken met verplichtingen die voortvloeien uit eerdergenoemde richtlijn. Hoewel er vanuit de praktijk geluiden opgaan dat de richtlijn beter kan worden geïmplementeerd in de te wijzingen surseanceregeling, is de minister voor Rechtsbescherming van plan om de richtlijn in de WHOA mee te nemen.
Wetsvoorstel Wet overgang van onderneming in faillissement
Doorstart uit faillissement is vele decennia een belangrijk reorganisatiemiddel geweest in het MKB. Belangrijke oorzaken daarvoor zijn het ontbreken van effectieve regelingen om via surseance of buiten een gerechtelijke insolventieprocedure om tot een herstructurering te komen.
Daarnaast heeft het ook voor een deel te maken met de bescherming van werknemers in Nederland. Als bij een onderneming in financiële problemen een deel van het personeel dient af te vloeien, dan bestaat er veelal geen alternatief. Een andere recente ontwikkeling betreft de plannen om ook bij een doorstart uit faillissement al het personeel van rechtswege mee te laten gaan naar de doorstarter. Alleen als de doorstarter aannemelijk kan maken dat het voor de levensvatbaarheid van de doorstart noodzakelijk is dat een deel van het personeel niet in dienst komt, dan kan – onder voorwaarden en via een daartoe ingerichte procedure bij de rechter-commissaris – een uitzondering op de regel worden gemaakt. Deze plannen zijn nog in een vrij pril stadium: in 2019 is een concept wetsvoorstel ter consultatie aangeboden.
Nieuw landschap van herstructureringen in Nederland
Het lijkt erop dat het landschap van herstructureringen in Nederland de komende jaren ingrijpend zal wijzigen. De WHOA zal naar verwachting de eerste grote wijziging zijn. De behandeling in de Tweede Kamer is voor een groot deel doorlopen en de wetgever zal de WHOA voor medio 2021 in werking willen laten treden.
Ook internationale belangstelling voor nieuw landschap van herstructureringen
Eveneens is in Brussel aandacht geweest voor nieuwe wetgeving op het gebied van herstructureringen. Dat heeft geleid tot de Richtlijn (EU) 2019/1023 betreffende herstructurering en insolventie. Deze richtlijn verplicht de lidstaten om voor medio 2021 een preventieve herstructureringsprocedure in te voeren.
Meer informatie over de plannen omtrent herstructureringen?
Uiteraard houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen. Voor vragen kunt u ook altijd contact opnemen met mij of een van de andere insolventierechtspecialisten.