Met de inwerkingtreding van de WAB per 1 januari 2020 geldt een nieuw financieringssysteem voor de WW-premie. De hoofdregel is dat u als werkgever een lage WW-premie betaalt voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Voor alle andere contracten (m.u.v. werknemers die de beroepsbegeleidende leerweg volgen of die jonger zijn dan 21 jaar met een beperkte arbeidsomvang) geldt een hoge premie. Voorwaarde voor die lage WW-premie is wel dat u de arbeidsovereenkomst op schrift stelt. 

Verschil tussen hoge en lage WW-premie

Het verschil tussen de hoge premie en de lage premie wordt 5 %. Op Prinsjesdag is bekendgemaakt dat in 2020 de lage premie 2,94 % zal zijn en de hoge 7,95%. 

Schriftelijke arbeidsovereenkomst vereist!

Als er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is gesloten, dan voldoet u  niet aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. U bent als werkgever dan helaas de hoge WW-premie verschuldigd. 

Let op: heeft u met uw werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten en is die van rechtswege overgegaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst is aangepast aan de nieuwe situatie, dan bent u als werkgever ook de hoge WW-premie verschuldigd.

Dat is natuurlijk zonde. Zorg daarom dat de arbeidsovereenkomst op schrift is gesteld!

Nog geen schriftelijke arbeidsovereenkomst?

Heeft u als werkgever de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (nog) niet op schrift gesteld en wilt u in aanmerking komen voor de lage premie? Dan is er werk aan de winkel! Het is belangrijk voor 1 januari a.s. alsnog een schriftelijke arbeidsovereenkomst aan te gaan. 

Let op! Er is inmiddels een update van dit artikel verschenen.